Boeren volgen steeds meer naschoolse vorming

Uit de imagostudie van Vilt bleek vorig jaar dat nauwelijks 15 procent van de Vlamingen de stelling onderschrijft dat boeren hooggeschoold zijn. Driekwart van de respondenten vindt dan ook dat landbouwers zich regelmatig moeten bijscholen. Dit gebeurt ook in de praktijk: in 2000 werden in Vlaanderen bijna 300.000 aanwezigen geteld op de talloze cursussen, voordrachten en stages. De cijfers van Boerbond bevestigen de trend naar steeds meer vormingsactiviteiten voor steeds meer belangstellenden.

In het werkjaar 1997-1998 bood de Boerenbond voor het eerst meer dan 5.000 vormingsactiviteiten aan. Dit aantal bleef gestadig stijgen tot 5.489 initiatieven in het werkjaar 2001-2002. Er werden in totaal 114.245 aanwezigen geteld. "Dit betekent dat de Boerenbond het hele jaar door 15 vormingsactiviteiten per dag organiseert voor gemiddeld 21 deelnemers", zegt Peter Van Bossuyt, directeur Communicatie.

De populairste studiethema's bij de boeren zijn informatica, tewerkstelling, waterzuivering, melken met verlaagde bemestingsnormen en boeren in kwetsbare gebieden, inclusief het opvolgen en interpreteren van de uitslagen van de Map-meetpunten. "De grote diversiteit aan bedrijven, de steeds wijzigende wetgeving en het stelselmatig zoeken van de bedrijfsleiders naar nieuwe mogelijkheden zorgen ervoor dat de nood aan extra vorming steeds toeneemt", zegt Van Bossuyt. "Wie morgen de uitdagingen voor de landbouw wil trotseren, moet zich vandaag wapenen met kennis en doorzicht".