"Blauwtong kost 400 euro per zoogkoe"

Op het veebedrijf van de broers Jan en Marc Theunis in Glabbeek zijn de gevolgen van blauwtong nog altijd zichtbaar. "Bij kalveren van dezelfde leeftijd zie je een enorm verschil in groei", aldus Jan Theunis. "Slechts 37 procent van de kalvingen is in 2007 normaal verlopen. Verwerpingen, doodgeboren kalveren of kalveren met groeiachterstand waren schering en inslag. Het blauwtongvirus kost ons bedrijf 400 euro per zoogkoe". Maandag buigen de Europese landbouwministers zich over de economische gevolgen van de blauwtongepidemie.

De studiedienst van Boerenbond maakte intussen een gedetailleerde berekening van de totale economische schade in Vlaanderen. Voor de rundveesector bedraagt het verlies 39,8 miljoen euro. De schapenhouderij is een veel kleinere sector, maar de zichtbare schade is er veel desastreuzer. Die loopt op tot nagenoeg vijf miljoen euro. "De veehouderij maakt momenteel al een zware economische crisis door als gevolg van de sterk gestegen voederkosten en kan deze schade door het blauwtongvirus missen als kiespijn", aldus Boerenbond-adviseur Eddy Leloup.

"Het blauwtongvirus was niet te voorzien, dus we konden er ons niet tegen indekken", vult Jan Theunis aan. "Voor ons is dit een duidelijke landbouwramp, maar het rampenfonds weigert dit te erkennen waardoor we voorlopig niet op een schadevergoeding kunnen rekenen". Volgens Leloup zullen de veehouders nog twee à drie jaar de gevolgen van blauwtong meeslepen in hun bedrijfsvoering. "Zo zal er door het hoge sterftecijfer bij kalveren binnen een paar jaar een terugval zijn in het aantal volwassen dieren", verduidelijkt hij.

Maandag trekt een delegatie van veehouders samen met Boerenbond naar Brussel om vlak voor het overleg van de Europese landbouwraad hun standpunten en eisen in het blauwtongdossier nogmaals over te maken aan Vlaams landbouwminister Kris Peeters en zijn federale collega Sabine Laruelle. Vrijdag liet Peeters al weten dat getroffen veehouders aanspraak kunnen maken op kortlopende overbruggingskredieten indien ze problemen ondervinden bij hun financieel aflossingsplan.

Eerder werd al beslist dat landbouwers kunnen blijven rekenen op de bestaande premies, zoals de zoogkoeienpremie, ook als ze geconfronteerd worden met hoge schommelingen in de sterfte- en geboortecijfers van de dieren. De Vlaamse overheid komt ook tussen in de verhoging van de abonnementsprijzen voor Rendac, dat instaat voor de ophaling van dode dieren.(GL/KS)