Blauwtong houdt lelijk huis bij schapenboeren

Het blauwtongvirus houdt deze zomer de schapenboerderijen in een wurggreep. De voorbije week zagen tientallen boeren in onze regio hun dieren wegkwijnen als gevolg van het virus. De ziekte wordt overgedragen door een knut, een diertje dat vooral bij warm weer actief is. Runderen, die ook besmet raken met het virus, zijn behoorlijk resistent, maar schapen niet.

"Er is bijna geen boerderij te vinden waar het virus nog niet is opgedoken", vertelt veearts Geert Van Malderen uit Opwijk. "Veel middeltjes om de dieren te helpen zijn er niet. Blauwtong is een virus, dat krijg je niet dood. We kunnen er alleen voor zorgen dat de dieren voldoende weerstand ontwikkelen. Ik dien de besmette schapen een ontstekingsremmer en antibiotica toe. Het eerste moet de pijn tegengaan, de antibiotica dient om nevenbesmettingen te bestrijden. Nadien is het afwachten of het dier de strijd tegen de infectie wint".

De veeartsen in het westelijke deel van Vlaams-Brabant werken bijna de klok rond om de zieke dieren te behandelen. De ziekte is vrij snel herkenbaar. "Een besmet schaap zal zich afzonderen van de kudde", vervolgt veearts Van Malderen. "De besmette dieren blijven ook langer liggen en lopen trager. Naarmate het virus zich verder ontwikkelt, zwelt de kop van het dier op en vallen de maag en de darmen in. Nadien komt er speeksel uit de bek van het schaap. Het heeft ook geen zin om de dieren af te zonderen, omdat het virus niet besmettelijk is".

Voor de getroffen schapenboeren betekent het virus ook een zwaar financieel verlies. Sommige boeren verloren al een derde van hun dieren aan de ziekte. De meeste van hen zijn dermate aangeslagen dat ze liever niet met hun verhaal in de krant komen.(KS)