"Belgische voedselveiligheid bereikt zeer hoog niveau"
nieuwsDe voedselveiligheid in België heeft een zeer hoog niveau bereikt, maar er zijn nog een aantal aandachtspunten, vooral in de sector ‘business to consumer’. Dat zei Gil Houins, gedelegeerd bestuurder van het Voedselagentschap tijdens de voorstelling van het jaarverslag 2011. Van de 167.804 analyses uitgevoerd op 69.869 monsters was meer dan 97 procent conform de voedselveiligheidsnormen.
Via de analyses van deze monsters tracht het Voedselagentschap na te gaan of er bepaalde restproducten aanwezig zijn zoals residuen van gewasbeschermingsmiddelen, dioxines of PCB’s. Van de in totaal 3.537 levensmiddelen die onderzocht werden op de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen, bleek 97,5 procent conform te zijn. Wat bovendien opvalt, is dat het percentage non-conformiteiten drie keer groter is voor producten afkomstig uit landen buiten de Europese Unie dan voor EU-producten.
Er werden ook monsters genomen van diervoeders, levensmiddelen en additieven om ze te testen op aanwezigheid van dioxines en PCB’s. “Daaruit bleek dat vier diervoeders licht vervuild waren. Dat komt neer op 0,09 procent van het totaal. Ook op allergenen werd gecontroleerd. Van de 237 analyses die werden uitgevoerd met het oog op de eventuele aanwezigheid van niet op het etiket vermelde allergenen, was slechts één monster niet conform. De partij werd uit de handel genomen en er werd een persbericht verspreid.
In totaal verklaarden 142.598 professionele operatoren dat zij een activiteit in de voedselketen uitoefenen. Meer dan 41.000 operatoren werden gecontroleerd door middel van 171.552 controlechecklists. Zo’n 85 procent van die inspecties hadden een gunstig resultaat. “We vonden wel een groot verschil tussen de resultaten, naargelang van de sector waarin men actief is en naargelang het individuele risicoprofiel”, beweert de gedelegeerd bestuurder van het Voedselagentschap.
Zo zijn de resultaten van de inspecties bij de landbouwers, net zoals in 2010, zeer goed. Meer dan 98 procent van de 8.488 inspecties waren gunstig. In de agrovoedingsbedrijven werden 5.751 controles uitgevoerd en daarvan was 90 procent gunstig. “In de sector van de directe verkoop aan de consument zijn er wel nog verbeteringen nodig. Zo kreeg slechts 55 procent van de gecontroleerde horecabedrijven een gunstig rapport. Bij de grootkeukens was 66 procent in orde en bij de detailhandelszaken is ook nog werk aan de winkel: slechts 54 procent werd positief beoordeeld op vlak van infrastructuur en hygiëne”, aldus Houins.
Onder het motto ‘begripvol als het kan, hard als het moet’ kregen niet alle overtreders meteen een proces-verbaal. Afhankelijk van de ernst van de overtredingen werden er ook heel wat waarschuwingen gegeven. In 2011 werden 4.413 processen-verbaal van overtreding opgesteld en 172 bedrijven werden tijdelijk gesloten. Levensmiddelen die een risico vormen voor de volksgezondheid werden uit de handel genomen, in totaal 1.477 definitieve inbeslagnames van samen 220 ton producten.
“Spectaculair is ook het verschil in resultaat tussen bedrijven met een autocontrolesysteem en bedrijven zonder. Bedrijven met autocontrole behaalden in 86,4 procent van de gevallen een gunstig inspectieresultaat, bij bedrijven zonder bedroeg dit percentage 64,5. Een bonus op de jaarlijkse heffing voor bedrijven die in een gecertificeerd autocontrolesysteem zitten, is dus gerechtvaardigd”, meent Houins.
Het budget van het Voedselagentschap bedroeg in 2011 171 miljoen euro. “Sinds 2008 slagen wij erin om jaarlijks een klein overschot te boeken. Dat mag voor de politiek evenwel geen reden zijn om in onze budgetten te snoeien. Als het om voedselveiligheid gaat, is het belangrijk een buffer te hebben. Zo speelden we onlangs een deeltje van ons budget kwijt, maar na de uitbraak van brucellose in ons land moest de regering opnieuw bijpassen”, zegt de baas van het Voedselagentschap. De belastingbetaler betaalt jaarlijks 9,8 euro per persoon om de voedselveiligheid te garanderen.
Meer informatie: Jaarverslag 2011 Voedselagentschap