BCZ distantieert zich van "wanpraktijken" bij Fabrelac

De Belgische zuivelindustrie verwerpt de wanpraktijken die een nieuwe melkophaler toepast. Dat meldt de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ) in een reactie op het bericht dat de mededingingsautoriteiten een vooronderzoek opgestart hebben naar mogelijk machtsmisbruik in de sector van de melkophaling.

Minister van Ondernemen Vincent Van Quickenborne heeft de voorbije dagen meerdere klachten ontvangen van melkveehouders. De zaak draait rond het zuivelbedrijf Fabrelac dat de melkophaling bij boeren beëindigd heeft zonder een redelijke opzegtermijn te respecteren. "Eigenlijk schiet de minister met een kanon op een mug, want er is enkel sprake van wanpraktijken bij één enkele firma", benadrukt secretaris-generaal Renaat Debergh van BCZ, die betreurt dat de hele sector in dit dossier in een kwaad daglicht wordt gesteld.

Bij Fabrelac wil men geen commentaar kwijt over de zaak, maar de firma zou aan de ongeveer zestig melkveehouders die er leveren per brief laten weten hebben dat de melkophaling wordt stopgezet. "Het zuivelbedrijf sluit niet de deuren, maar wil zijn melk goedkoper aankopen op de spotmarkt. Dat is een ronduit verwerpelijke praktijk", zegt Debergh.

"BCZ heeft vorig jaar een initiatief genomen om in samenwerking met de landbouworganisaties de contractuele relatie tussen boer en melkerij te verduidelijken via een gedragscode. In sterk schommelende marktsituaties, zoals we die nu kennen, is dat belangrijk", gaat Debergh verder. De gesprekken over deze gedragscode worden de komende weken verdergezet. Ook het respecteren van opzegtermijnen komt daarbij ter sprake.

BCZ merkt op dat sommige van de boeren die nu getroffen worden door de gang van zaken bij Fabrelac zelf anderhalf jaar geleden Campina vaarwel gezegd hebben zonder een redelijke opzegtermijn te respecteren. Het kwam tot een juridische aanvaring, waarbij de eisen van het zuivelbedrijf in kort geding afgewezen werden. "Ik denk dat steeds meer mensen begrijpen waarom opzegtermijnen wel degelijk noodzakelijk zijn", aldus Debergh.

De gedupeerde leveraars van Fabrelac worden doorverwezen naar melkophaler Vrebamel, maar door de lage prijzen op de spotmarkt is dat op dit ogenblik een weinig aantrekkelijk voorstel. "Gezien de slechte zuivelmarkt zit momenteel geen enkele zuivelfabriek op extra melk te wachten. Het is dan ook niet abnormaal dat de gevestigde zuivelfabrieken, elk op basis van hun eigen specifieke situatie, terughoudend zijn om extra melk aan te nemen", luidt het bij BCZ.