Armoede bestrijden door ondernemende boeren te steunen
nieuwsDe 11 landbouworganisaties binnen AgriCord, en de vertegenwoordigers van landbouworganisaties uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika overlegden woensdag in Brussel over de noden van boerenorganisaties in ontwikkelingslanden. Centraal in het overleg stond het vernieuwde 'Farmers Fighting Poverty', het programma dat 187 boerenorganisaties in meer dan 60 ontwikkelingslanden ondersteunt.
Boerenbond stond zeven jaar geleden aan de wieg van AgriCord, samen met andere landbouworganisaties uit OESO-landen zoals LTO in Nederland, FNSEA in Frankrijk en UPA in Canada. De leden van AgriCord beschikken elk over een eigen ontwikkelingsorganisatie, voor Boerenbond is dat Trias. Voor al die zogenaamde agri-agencies is Agricord het koepelorgaan waarbij 'Farmers Fighting Poverty' het overkoepelend programma is voor de projecten van de verschillende agri-agencies.
'Farmers Fighting Poverty' richt zich tot ondernemende boeren. Armoede wordt in de filosofie van het programma bestreden met ondernemerschap. “Daarvoor heb je sterke boerenorganisaties nodig, die de juiste en broodnodige diensten leveren aan hun boeren”, klinkt het bij AgriCord. Daarbij wordt voorrang gegeven aan de uitwisseling tussen organisaties ‘van boer tot boer’.
Intussen zijn de resultaten bekend van de eerste drie jaar (2007-2009) van het programma. Een terugblik leert dat in 2009 alleen al advies werd verleend en financiële steun werd gegeven aan 187 boerenorganisaties in 61 landen, wat in totaal een bedrag van 38 miljoen euro aan ontwikkelingshulp inhoudt. Tijdens de eerste drie jaar namen meer dan vier miljoen mensen deel aan de projecten die gesteund werden. In die periode werden ook steeds meer vrouwen bereikt zodat hun aandeel tegen 2009 40 procent bedroeg.
AgriCord is ook opgetogen over de spectaculaire toename van het aantal leden van boerenorganisaties, voornamelijk in Afrika. Het aantal leden van Afrikaanse boerenorganisaties nam met een kwart toe in 2009. Globaal is er in 41 procent van de gevallen een toename van maximum 25 procent van het aantal leden, in 21 procent van de gevallen groeiden boerenorganisaties zelfs met meer dan 25 procent.
Piet Vanthemsche, voorzitter van Boerenbond maar evenzeer van AgriCord, noemde het eerste programma een succes. In 2011 start een tweede fase van 'Farmers Fighting Poverty', waarvoor Boerenbond zijn engagement handhaaft. “De sterkte van het programma zit in de aandacht voor kennisuitwisseling en de goed georganiseerde samenwerking tussen Agricord, agri-agencies en boerenorganisaties in ontwikkelingslanden”, aldus Vanthemsche.
Toch leverde de bijeenkomst nog suggesties voor de toekomst op, zoals de uitspraak van ROPPA-leider Mamadou Cissokho uit Senegal dat “een financieel mechanisme goed is, maar de relatie tussen boerenorganisaties in noord en zuid zich niet mag beperken tot geld, maar aan boerenorganisaties in ontwikkelingslanden de ruimte moet laten om mee te debatteren over de toekomst van de landbouw”.
Lode Delbare, directeur van Trias, ziet de uitspraak als een oproep om het werk voort te zetten, maar met vernieuwde aandacht voor de open dialoog tussen boerenorganisaties om de tegenstellingen tussen noord en zuid te overwinnen. “Deel twee van 'Farmers Fighting Poverty' zal nog meer een verhaal worden van én economische ondersteuning én beleidsbeïnvloeding, zonder daarbij de lokale dienstverlening uit het oog te verliezen”, besluit Delbare.