9% omzet Vlaamse agrobusiness komt van boerderij
nieuws
De 18.248 Vlaamse landbouwbedrijven met een standaardopbrengst groter dan 25.000 euro zorgden in 2015 voor een totale opbrengst van 5,3 miljard euro. Dat staat te lezen in een rapport over het belang van het agrobusinesscomplex (ABC) in Vlaanderen. West-Vlaanderen staat met 2 miljard euro ruim voor de andere provincies. De bruto toegevoegde waarde van het ABC steeg tussen 2011 en 2015 dan weer met ruim 15 procent.
In een lijvig rapport presenteert de Vereniging Vlaamse Provincies een analyse van het agrobusinesscomplex in de vijf Vlaamse provincies. Eerder zeiden we al dat het ABC bestaat uit ruim 34.000 bedrijven, samen goed voor 6,2 procent van alle Vlaamse btw-plichtige bedrijven. Als we naar de omzet van de land- en tuinbouwbedrijven kijken, dan valt op dat West-Vlaanderen de landbouwprovincie bij uitstek is: de provincie is goed voor een standaardopbrengst van ruim 2 miljard euro. Antwerpen en Oost-Vlaanderen volgen op een verre tweede en derde plaats met respectievelijk 1,2 miljard en 1,1 miljard euro. Limburg en Vlaams-Brabant volgen op ruime afstand met 636 miljoen en 408 miljoen euro.
Opvallend daarbij is dat dat cijfer in alle Vlaamse provincies tussen 2012 en 2015 gestegen is, behalve in Oost-Vlaanderen (-1,1%). In Limburg blijft het cijfer ongeveer constant, in Antwerpen, Vlaams-Brabant en Antwerpen is er een toename van ongeveer 3 procent. Wat de omzet in de aanverwante industriële sectoren betreft steken West-Vlaanderen (15,2 miljard euro), Oost-Vlaanderen (15,2 miljard euro) en Antwerpen (14,8 miljard euro) er met kop en schouders bovenuit. Vlaams-Brabant (3,9 miljard euro) en Limburg (3,4 miljard euro) volgen op ruime afstand. In die laatste twee provincies daalden de omzetten in de periode 2012-2015, in de andere drie provincies was er een stijging.
Deze omzetten worden vooral gerealiseerd in de voedingsindustrie (67%) en in de groothandel (23%). Relatief gezien heeft de voedingsindustrie in Oost-Vlaanderen (83%) de grootste impact op de provinciaal gerealiseerde omzet, gevolgd door Antwerpen (63%), Limburg (61%) en West-Vlaanderen (56%). De groothandel is relatief gezien het belangrijkst binnen de provincies Antwerpen (31%), Limburg (29%), West-Vlaanderen (26%) en Vlaams-Brabant (23%). De productie van dranken is relatief gezien het hoogst in Limburg (8%).
Meer specifiek valt op dat de omzet uit zuivel in 2016 vooral gerealiseerd werd in de provincie Oost-Vlaanderen (62%) en Limburg (26%). Voor de omzet uit vlees moeten we naar Oost-Vlaanderen (38%) en West-Vlaanderen (31%), gevolgd door Antwerpen (18%) en Limburg (11%). De omzet uit groenten en fruit wordt gerealiseerd in West-Vlaanderen (85%) en Antwerpen (15%). Als we alle cijfers samentellen, dan komen we tot een totaalomzet van het Vlaamse ABC van 57,1 miljard euro. 5,3 miljard euro of 9 procent daarvan is afkomstig van de land- en tuinbouwbedrijven terwijl de overige 91 procent (51,8 miljard euro) op het conto te schrijven is van de overige ABC-bedrijven.
Het grootste deel van die totale omzet werd gerealiseerd in de provincies West-Vlaanderen (16,8 miljard euro), Antwerpen (16,2 miljard euro) en Oost-Vlaanderen (15,6 miljard euro). Het aandeel van de provincies Vlaams-Brabant (4 miljard euro) en Limburg (3,3 miljard euro) is een stuk kleiner. Om de economische impact van het ABC in te schatten is ook de bruto toegevoegde waarde een interessante parameter. Die is in heel Vlaanderen tussen 2011 en 2015 gestegen met 15 procent. De sterkste stijging werd genoteerd in Antwerpen (+30%), Vlaams-Brabant is de enige provincie waar de bruto toegevoegde waarde daalde.
Lees het volledige rapport hier.
