29,6 miljoen euro extra plattelandssteun vanuit Europa
Er is 29,6 miljoen euro extra beschikbaar aan Europese cofinanciering inzake plattelandsbeleid. Dat blijkt uit het jaarverslag 2008 van het beleidsdomein Landbouw en Visserij. "Daarnaast vormen administratieve vereenvoudiging en het gebruik van de open ruimte belangrijke speerpunten voor de landbouwadministratie", zegt woordvoerster Patricia De Clercq.
2008 gaat de landbouwannalen in als het jaar van de 'health check'. Met deze gezondheidstoets evalueerde Europa eind vorig jaar het landbouwbeleid, dat in 2003 al grondig hervormd werd. "Op Vlaams niveau betekent dit onder meer dat wij ervoor gekozen hebben om de premie voor slachtkalveren zo lang mogelijk gekoppeld te houden, gezien de moeilijke economische situatie. Producenten, slachthuizen en verwerkende industrie krijgen tot 2012 de tijd om zich voor te bereiden op de ontkoppeling", zegt Patricia De Clercq, woordvoerder Landbouw en Visserij.
"De ontkoppeling van de premies voor noten en zaaizaden zal in 2010 plaatsvinden en voor eiwithoudende gewassen in 2012. De zoogkoeienpremie houden we gekoppeld omwille van de grote consequenties voor de hele rundveesector. Om aanspraak te maken op een bedrijfstoeslag moet je het Europees minimum van 100 euro steun of 1 hectare grond halen. Europa liet de lidstaten de mogelijkheid om die grens op te trekken, maar ook dat vond Vlaanderen weinig opportuun", aldus De Clercq.
Voor plattelandsontwikkeling komt er via de modulatie 27,6 miljoen euro ter beschikking in Vlaanderen. "Voeg daarbij de 1,887 miljoen euro van het economisch herstelplan dat de EU gelanceerd heeft, en je komt op een cofinanciering van ruim 29,6 miljoen euro. Die extra Europese cofinanciering komt van de modulatie en het economisch herstelplan. Dat budget gaat naar projecten rond klimaat, waterbeheer, biodiversiteit, hernieuwbare energie en de herstructurering van de zuivelsector", luidt het.
Om haar cijfermateriaal voldoende te stofferen, doet Landbouw en Visserij beroep op het Landbouwmonitoringsnetwerk, waaraan 760 bedrijven deelnemen. Zij stellen hun bedrijfseconomische gegevens ter beschikking voor het Europees Informatienetwerk Landbouwboekhoudingen en voor heel wat Vlaamse beleidsstudies en -rapporten. "In 2008 ontvingen zij voor het eerst een geïndividualiseerd bedrijfsrapport, waarbij hun resultaten worden uitgezet tegenover die van vergelijkbare bedrijven", vertelt De Clercq. "Dat laat toe hun eigen bedrijfsresultaten te optimaliseren".
"Een uitvloeisel hiervan zijn de zogenaamde melkcafés. In februari van dit jaar kwamen een tiental melkveehouders uit Antwerpen en een tiental uit Oost-Vlaanderen voor het eerst samen om te praten over duurzaamheid. Het onderzoeksinstituut ILVO ontwikkelde hiervoor een duurzaamheidsster. We sluiten niet uit dat dit initiatief uibreiding kent naar andere sectoren en provincies", klinkt het.
Een belangrijk thema voor de landbouwadministratie is de open ruimte. "Momenteel neemt de Vlaamse land- en tuinbouw driekwart van de open ruimte in. Logisch dat elk project met een beetje omvang implicaties heeft voor boeren. Vandaar onze bezorgdheid om die impact zo klein mogelijk te houden. Dat doen we met zogenaamde Landbouw Impact Studies (LIS), waar mogelijk en met een tijdsrovender Landbouw Effecten Rapport (LER), waar nodig".
Tot slot stopt Landbouw en Visserij heel wat energie in administratieve vereenvoudiging. Begin december 2008 werd voor 29 miljoen euro bedrijfstoeslagen vervroegd uitbetaald aan begunstigden die hun dossier via het e-loket indienden. "Dat is 13 procent van het totale bedrag", zegt De Clercq. "Wij hebben geen extra scanwerk om de dossiers in te lezen. Bovendien is de foutenmarge opmerkelijk kleiner. Zo moesten we vorig jaar maar bij vier procent van de elektronische verzamelaanvragen een bijkomende vraag stellen, tegenover veertig procent bij de papieren dossiers".
Meer informatie: Beleidsdomein Landbouw en Visserij - jaarverslag 2008
