Zware straf gevraagd tegen sjoemelende veehandelaar
nieuwsVeehandelaars konden in de nasleep van de BSE-crisis in 2001 beroep doen op subsidies indien ze hun runderen ouder dan 30 maanden lieten vernietigen. Het BIRB stond in voor de financiële tegemoetkomingen en voelt zich door het gesjoemel van Ivan A. geschaad in zijn werking. Daarom stelde het bureau zich burgerlijke partij en vroeg een morele schadevergoeding van 1.000 euro.
De Wielsbeekse veehandelaar wordt ervan verdacht minstens 44 runderen te hebben 'omgekat'. Oorringen en paspoorten zou hij verwisseld hebben om op die manier runderen ouder te maken en subsidies binnen te rijven. Op 8 februari 2001 begon een gerechtelijk onderzoek toen het Kortrijkse parket werd ingelicht dat de veehandelaar verdacht veel dieren aanvoerde in het kader van de vernietigingsregel.
Niet ongewoon, vond zijn raadsman, want door de BSE-crisis was de prijs op de rundermarkt ineengestort. De vernietingsmaatregel bood de mogelijkheid om tal van kosten uit te sparen en te ontsnappen aan de verplichte, dure BSE-testen. Negenendertig runderen die naar het slachthuis van Gembloers werden afgevoerd en vijf dieren die naar Stasegem bij Harelbeke werden afgevoerd, werden door het Kortrijkse parket gecontroleerd. Volgens het parket werden tal van bewijzen gevonden voor het gesjoemel, maar de veehandelaar ontkent. Hij bekent enkel te hebben gesjoemeld met twee dieren die naar Stasegem zijn afgevoerd.
Ivan A. zat tussen 16 februari en 30 april 2001 in voorhechtenis. Hij werd vroeger reeds veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van één jaar en een boete van 75.000 euro voor het gebruik van hormonen. Het openbaar ministerie vorderde tegen hem een zware gevangenisstraf, voor de NV Veehandel Andries een zware geldboete en de verbeurdverklaring van 15.258 euro. De zaak wordt op 4 januari 2005 voortgezet.
Bron: Belga