“Wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken verschuift het probleem”

De federale ministerraad heeft vrijdag een wetsvoorstel goedgekeurd dat de Europese richtlijn rond oneerlijke handelspraktijken in de agrovoedingssector omzet in nationaal recht. Bedoeling is om bedrijven beter te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken van afnemers die over het algemeen een sterkere marktpositie hebben. Maar landbouworganisaties Boerenbond en ABS reageren teleurgesteld en wijzen erop dat niet alle bedrijven dezelfde bescherming genieten, waardoor landbouwers opnieuw uit de boot dreigen te vallen.

7 juni 2021  – Laatste update 7 juni 2021 20:25
Lees meer over:
tractor-akkerbouw-overname-ploeg-1250

De handelspraktijkenrichtlijn, die in 2019 door het Europees Parlement en de Europese Raad werd aangenomen, moet een einde maken aan onevenwichtige onderhandelingsposities, waarmee land- en tuinbouwers regelmatig geconfronteerd worden. De richtlijn bevat een minimale lijst van verboden handelspraktijken tussen afhandelaars en leveranciers in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen, en minimale regels rond de controle.

Wanneer de wet van kracht wordt, zullen verschillende praktijken verboden worden, zoals te lange betalingstermijnen, het eisen van betalingen die geen verband houden met de verkoop van de betrokken producten of de weigering door de afnemer om de algemene voorwaarden van de leveringsovereenkomst schriftelijk te bevestigen wanneer de leverancier dat vraagt. Daarnaast is er een "grijze lijst" van praktijken, die verboden zijn behalve als leverancier en afnemers daarover een duidelijk en ondubbelzinnig akkoord hebben. 

"De oneerlijke handelspraktijken die door deze belangrijke hervorming worden verboden, zijn helaas niet uitzonderlijk in de voedingssector. Met dit wetsontwerp brengen we de scheefgetrokken krachtsverhouding tussen de actoren uit de agrovoedingssector opnieuw in evenwicht", zegt minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) in een persbericht.

Voor minister van Landbouw David Clarinval (MR) is deze "belangrijke wetgevende hervorming een grote stap naar meer eerlijkheid in de handelstransacties tussen leveranciers en afnemers uit de landbouw- en voedselvoorzieningsketen".

“Omzetting schiet tekort”

Een ander geluid is te horen bij de landbouworganisaties, die al langer pleiten voor een versterkte omzetting. “We vinden het belangrijk dat landbouwers, coöperaties, kmo’s en voedingsbedrijven, ongeacht hun economische omvang, steeds bescherming genieten tegen oneerlijke handelspraktijken”, zegt Vanessa Saenen, woordvoerder van Boerenbond. “Maar net op dat punt schiet de omzetting tekort. De uitzondering voor erkende producentenorganisaties is al een belangrijke stap vooruit ten opzichte van de richtlijn. Maar enkele verwerkende bedrijven, die voor de landbouwsector belangrijk en dus bepalend zijn, blijven onbeschermd. Dit vraagt nog een correctie anders staat de boer verder mee in de wind.”

Ook volgens Hendrik Vandamme schiet het wetsvoorstel om dezelfde reden zijn doel voorbij. “In plaats van een probleem op te lossen, creëren ze net een nieuw probleem”, stelt de ABS-voorzitter. “Er bestaat ook een vrees dat de prijzen duurder zouden worden wanneer de onderhandelingspositie van de leveranciers versterkt wordt. Uiteraard willen de schakels die tussen de producent en de consument zitten, hun marges blijven vasthouden. Maar in dat geval is het aan de maatschappij en de politiek om een gezond evenwicht te vinden tussen de primaire producent en de consument.”

Het doet landbouwers pijn om te zien hoe soms met hun product gegooid wordt om de consument te lokken

Vanessa Saenen - Boerenbond

Verder drongen de landbouworganisaties ook aan op een inhoudelijke versterking. “Wat het meest in het oog springt is het standaard op 30 dagen brengen van de uiterste betalingstermijn en laattijdige annulering van bestellingen”, vertelt Saenen. “We missen nog een uitgesproken stok achter de deur die verhindert dat interprofessionele afspraken, die verder gaan dan wat nu voorgesteld wordt, niet meer verder gerespecteerd worden en dat de wetgeving de nieuwe standaard wordt.”

Meer nodig

Ook onredelijke promoties moeten volgens de organisaties aan banden gelegd worden. “Dit wetsvoorstel regelt weliswaar elementen rond promotie, maar houdt het er vooral bij dat het moet duidelijk zijn wie wat betaalt”, aldus Saenen. “Het fundamenteel verkeerde signaal dat braderen met voedsel geeft in deze uitdagende tijden waarin een transitie gevraagd wordt van het voedselsysteem wordt niet aangepakt. Het doet landbouwers pijn om te zien hoe soms met hun product gegooid wordt om de consument te lokken. Bovendien vertekent het de perceptie bij de consument van een correcte prijs voor duurzaam geproduceerd voedsel.”

Daarom dringt zich een breder debat over een eerlijke voedselketen op. “Beleid en samenleving stellen hoge verwachtingen rond de verdere verduurzaming van onze voedselproductie”, besluit Saenen. “Maar dat komt niet zonder extra kosten, zoals het doorrekenen van onderzoeks- en ontwikkelingskosten voor groenere maar dus uiteindelijk duurdere grondstoffen, investeringen in eco-efficiënte productiesystemen en -methoden en potentieel productiviteitsverlies. Deze kosten komen bij de boer terecht terwijl hij ze moeilijk kan doorrekenen naar zijn afnemers. Die meet zich dan wel een groen imago aan en is niet verlegen om deze duurzamere producten aan een mooie meerprijs in de markt te zetten, terwijl die meerprijs niet doorstroomt naar de producent. Dat is een fout die moet worden aangepakt. Er is dus meer nodig dan een wet op oneerlijke handelspraktijken om tot eerlijke handel te komen.”

Bron: Eigen verslaggeving / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek