Westerschelde mag niet verdiept worden

De vaargeul van de Westerschelde mag voorlopig niet worden verruimd en verdiept. Dat heeft de Nederlandse Raad van State dinsdag bepaald in een voorlopige uitspraak. De Zeeuwse Milieufederatie en de Vogel-bescherming hadden bezwaar gemaakt tegen de werkzaamheden in de Westerschelde, omdat deze zouden leiden tot een aantasting van het natuurgebied Westerschelde en Saeftinghe.

Volgens de natuurorganisaties is het gebied Westerschelde en Saeftinghe een internationaal uniek overgangsgebied van rivier naar zee met slik- en zandplaten, die bij eb deels droogvallen en waar veel (trek-)vogels op afkomen. De raad oordeelt in zijn voorlopige uitspraak dat de Nederlandse landbouw- en visserijminister Gerda Verburg "niet met voldoende zekerheid heeft kunnen concluderen dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zullen worden aangetast".

Een woordvoerster van het ministerie zei in een eerste reactie dat de uitspraak nog bestudeerd wordt. Met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en Belgische collega's zal volgens haar worden bekeken welke verzachtende maatregelen bij het baggeren nog meer genomen kunnen worden om schade aan de natuur zoveel mogelijk te voorkomen. Ook Vlaams minister-president Kris Peeters is vragende partij om snel met de Nederlandse regering samen te zitten.

Gelet op de argumentatie van het Nederlandse rechtscollege roept de minister-president de Nederlandse regering op "om onmiddellijk werk te maken van de uitvoering van het verdrag tussen Vlaanderen en Nederland in zijn totaliteit en dus inclusief de maatregelen om de robuustheid van de natuur te verzekeren". "We zijn immers van oordeel dat de kracht van het verdrag juist in de geïntegreerde aanpak van veiligheid, toegankelijkheid en natuurlijkheid van het estuarium ligt", aldus Peeters.

Later dit jaar zal de Raad van State een definitieve uitspraak doen in de beroepsprocedure die de natuurorganisaties hebben aangespannen. De twee natuurorganisaties lieten weten blij te zijn met de uitspraak.