West-Vlaanderen int voortaan waarborg voor landschappelijke integratie
Provincie West-Vlaanderen heeft haar aanpak rond landschappelijke integratie verscherpt. Via een waarborgregeling voor de klasse 1-vergunningen wil het bestuur voldoende garanties inbouwen zodat de aanplant ook daadwerkelijk en correct gebeurt. De regeling gaat in op 1 maart.
Het provinciebestuur van West-Vlaanderen hecht naar eigen zeggen veel waarde aan de zorg voor het buitengebied en stelt dat land- en tuinbouwers vandaag al heel wat investeren in landschappelijke beplanting voor een goede integratie van hun bedrijf in het omliggende landschap. Maar met het oog op “gelijkheid en garanties tot uitvoering” schroeft het bestuur zijn beleid aan rond de landschappelijke integratie van alle klasse 1-vergunningen (meest hinderlijke activiteit voor mens en milieu, nvdr.) in het buitengebied vanaf 1 maart.
In een visiedocument legt de provincie de basiselementen van een goede landschappelijke integratie vast, dat eenheid en duidelijkheid moet bieden aan alle gebruikers van het buitengebied over wat een geslaagde landschappelijke integratie inhoudt.
Het bestuur stelt dat de landschappelijke zichten gecreëerd worden door een “ritmische wisselwerking tussen hoge en lage beplanting, architectuur, materiaalkeuze en inplantingsplaats”. “Zo beoogt landschappelijke beplanting een optimale visuele integratie van gebouwen in het omringende landschap waarbij bijgevolg het accent van de gebouwen verlegt wordt naar de landschappelijke beplanting en het landschap”, klinkt het. “Naast een meerwaarde voor het landschap is beplanting ook goed voor biodiversiteit, klimaat, bodem en waterhuishouding.”
In de planning van landschappelijke integratie is de vergunningverlening een schakelmoment. Bij de vergunningsaanvraag maakt de land- of tuinbouwer duidelijk hoe hij invulling aan de integratie zal geven. Het beleidsvisiedocument biedt hierbij houvast voor adviserende instanties en vergunningverlenende overheden om de voorgestelde landschappelijke integratie objectief te beoordelen en te bepalen of de aanpak voldoet, dan wel bijsturing vergt. Ook biedt ze garanties voor een correcte uitvoering van de landschappelijke integratie.
Last in natura
Via een waarborgregeling wil het provinciebestuur voldoende garanties inbouwen zodat de aanplant ook daadwerkelijk en correct gebeurt. “De provincie heeft er naar gestreefd om deze regeling eenvoudig te houden. Het instrumentendecreet dat goedgekeurd werd in 2023 heeft de spelregels wel vastgelegd en dat geeft jammer genoeg minder bewegingsruimte. Na een jaar wil het provinciebestuur de werking evalueren”, klinkt het.
Een landschappelijk integratieplan is al langer een voorwaarde voor vergunning. Voortaan zal het integratieplan ook als een ‘last in natura’ opgenomen worden, wat betekent dat van rechtswege ook een waarborg geïnd wordt.
Wanneer de aanplanting gerealiseerd is, wordt de waarborg teruggestort. Heeft de bouwheer drie jaar na het verlenen van de vergunning nog geen waarborg teruggevraagd, dan zal de provincie contact opnemen. Wordt de aanplant uiteindelijk niet uitgevoerd, dan zal de waarborg ingehouden worden en is zelfs verval van de volledige vergunning mogelijk. Ook als de aanplant niet wordt uitgevoerd blijft de verplichting bestaan om het integratieplan uit te voeren.
De waarborg wordt berekend op basis van de effectieve kost van alle beplanting die extra aangeplant moet worden. Aangezien er geen standaardprijzen zijn voor plantmateriaal en aanlegwerken, berekent de provincie de waarborg op basis van een forfaitaire prijs per boom en per struik en een eenheidsprijs voor aanplant. Hanteert de betreffende gemeente een waarborgsysteem, dan geldt dat systeem en int de provincie geen waarborg.
Het onderzoeks- en adviescentrum in de land- en tuinbouw Inagro en de Regionale Landschappen ondersteunen land- en tuinbouwers bij de landschappelijke integratie, onder meer via gratis advies en planopmaak. Sinds enkele jaren subsidieert het provinciebestuur de aanplant van groen op land- en tuinbouwbedrijven.
