Werkvolk van Waalse bietenboeren krijgt standbeeld
nieuwsFrans Van Gehuchten was pas veertien toen hij voor het eerst naar de streek rond Hoei trok om er bieten te rooien. "We gingen elk jaar voor twee periodes: begin oktober en begin mei, telkens voor vier tot vijf weken. We sliepen bij de boeren op stro, en dat was allesbehalve comfortabel. Het was hard labeur, van 5 uur 's morgens tot 9 uur 's avonds. Ik heb in Wallonië gewerkt tot in het begin van de jaren 60. Toen hebben machines de handenarbeid vervangen".
"Er waren drie categorieën werkers op het bietenveld. Ikzelf was bij de 'kleinen', die het loof van de bieten moesten afkappen. De 'groten' deden de bieten uit. De 'halven', dat waren jongens van ongeveer achttien jaar, hielpen de bieten uit de grond te trekken", herinnert Maria zich. "Frans en ik werkten vaak alleen of in een kleine groep. Dat deden we het liefst. Anderen maakten deel uit van 'compagnies', grote groepen die op heel grote velden gingen werken. Daar was dikwijls veel naijver en de arbeiders jaagden mekaar op om toch maar zo hard mogelijk te werken".
De mannen en vrouwen uit de regio Laakdal en Tessenderlo raakten aan werk via de zogenaamde 'placeurs'. Die personen ronselden in de Kempen tijdig voldoende werkkrachten voor de Waalse boeren. Vooral de lokale familie Geuns zorgde ervoor dat honderden mannen en vrouwen, hoofdzakelijk uit boerenfamilies, in Wallonië 'geplaceerd' werden.
Het standbeeld 'De Walenman' is van de hand van de Vosselaarse kunstenaar Jef Van Leeuw, wiens roots in Veerle-Heide liggen. De blijvende herinnering aan de vele seizoensarbeiders is vrijdag in alle stilte op een sokkel op het marktplein van Veerle-Heide geplaatst. Zondag volgde de plechtige inhuldiging,
Lees ook: Interview: "Agrarisch erfgoed is de cultuur van Jan Modaal"
Bron: Het Laatste Nieuws