Weinig boeren vragen gerechtelijke reorganisatie schuld
nieuwsIn 2013 werd het toepassingsgebied van de wet op de continuïteit der ondernemingen (WCO) uitgebreid met landbouwbedrijven die niet als een vennootschap uitgebaat worden. Met de WCO wou de wetgever voorkomen dat (levensvatbare) ondernemingen failliet gaan door ze tijdelijk te ondersteunen zonder de markt te verstoren. Een ondernemer kan zes maanden bescherming genieten, een periode waarin schuldeisers hun vordering niet kunnen uitvoeren en het bedrijf in moeilijkheden niet failliet verklaard kan worden. Kamerlid Rita Gantois (N-VA), een actieve landbouwster, informeerde bij minister Koen Geens hoe vaak landbouwers hierop een beroep deden. Dat blijft vooralsnog beperkt tot 20 keer. Boeren op een Kruispunt nuanceert dat de eerste fase, die van het minnelijk akkoord met de schuldeisers, vaker voorkomt.
Toen Boeren op een Kruispunt vorig jaar in het Vlaams Parlement toelichting gaf bij de problemen van boeren en tuinders in nood kwam de wet op de continuïteit der ondernemingen (WCO) ter sprake. De hulporganisatie probeert een deel van de doelgroep "veilig te laten landen" omdat de landbouwactiviteit geen toekomstperspectief meer biedt. Erg nuttig is de WCO daar niet bij. "Mooi in theorie maar in praktijk lastig vanwege een te dure en te lange procedure", oordeelde Riccy Focke, directeur van Boeren op een Kruispunt.
Op vraag van VILT wil hij dat nader toelichten. "Tussen de aanvraag en homologatie van de reorganisatie van openstaande facturen heeft een landbouwer veel geld nodig om zijn boerderij draaiend te houden en mag hij de schuld niet laten oplopen, wat niet vanzelfsprekend is bij de huidige prijzen voor landbouwproducten", aldus Focke. Bijkomende moeilijkheid is dat ieder reorganisatieplan in het kader van een WCO de goedkeuring moet krijgen van een erkend boekhouder.
Dat laatste stelt volgens de directeur van Boeren op een Kruispunt allerlei problemen: "Een boekhouder kan tevens schuldeiser zijn en heeft zijn klant soms net verlaten wegens niet betaling van de factuur voor de boekhouding. Bij een forfaitair belaste landbouwer heeft de boekhouder vaak geen vertrouwen in het reorganisatieplan op basis van prognoses. Er wordt dan een bedrijfseconomisch adviseur bijgehaald, een advocaat en eventueel nog een technisch voorlichter, die op hun beurt allemaal betaald moeten worden."
Een ontnuchterende vaststelling van Boeren op een Kruispunt is dat sommige schuldeisers zich weinig aantrekken van de WCO-bescherming en kosten blijven maken voor inning van schulden en beslag. De wet wil een onderneming net vrijwaren van beslagen en aandringende schuldeisers zodat het de bedrijfsvoering weer op de rails kan krijgen. Riccy Focke concludeert dat de WCO alleen kan werken voor levensvatbare bedrijven die tijdelijk in financiële moeilijkheden verkeren, "waarbij het de kunst is om levensvatbaar van niet levensvatbaar te onderscheiden". In geval van uitzichtloze schulden kan de WCO eventueel louterend werken voor een landbouwer in die situatie. Focke spreekt in dat verband van een psychologisch opstapje richting de moeilijke beslissing om er mee op te houden.
Bovenstaande struikelblokken zorgen er wellicht voor dat de gerechtelijke reorganisatie in het kader van de WCO-procedure maar een handvol keer per jaar wordt aangevraagd voor een land- of tuinbouwbedrijf. Kamerlid Rita Gantois (N-VA) informeerde zich hierover bij minister van Justitie Koen Geens. Tussen 2009 en 2014 hebben in totaal 6.435 ondernemingen uit de diverse sectoren een procedure van gerechtelijke organisatie ondergaan. In 2015 werden door de Kruispuntbank van Ondernemingen 282 gerechtelijke reorganisaties geregistreerd bij bedrijven van divers allooi.
Die aantallen staan in schril contrast met het kleine aantal landbouwbedrijven, nochtans een sector waarin bedrijven het hard te verduren krijgen, dat via de WCO zes maanden bescherming genoot tegenover schuldeisers. Voor landbouwvennootschappen werd tot op heden geen enkele gerechtelijke reorganisatie gestart. Bij landbouwbedrijven die als natuurlijke persoon uitgebaat worden en sinds de wetswijziging in 2013 beroep kunnen doen op de WCO zijn er 20 gerechtelijke reorganisaties geregistreerd.
Minister Koen Geens vindt het te vroeg om uit de lage aantallen conclusies te trekken. Ook Boeren op een Kruispunt waarschuwt voor overhaaste conclusies want de minister rapporteert de gerechtelijke reorganisaties maar geeft geen inzicht in fase één van de WCO, het minnelijk akkoord met schuldeisers zonder tussenkomst van de rechtbank. In deze fase kiest de schuldenaar vrij met wie hij een akkoord sluit en welke afspraken hij met minstens twee van zijn schuldeisers maakt.
Rekening houdend met de fase van het minnelijk akkoord wordt de WCO vaker ingeschakeld in de landbouwsector dan de cijfers van minister Geens doen vermoeden. Boeren op een Kruispunt rapporteert een viertal cliënten per jaar die er beroep op doen. Bij de Mestbank zijn in de periode 2010 tot oktober vorig jaar zelfs 67 WCO-procedures bekend bij landbouwers met achterstallige boetes. "We raadplegen systematisch het Belgisch Staatsblad om op de hoogte te zijn van een faillissement, WCO of schuldvereffening bij schuldenaars", klinkt het. De inning van de boetes stootte de afgelopen vijf jaar behalve op tientallen WCO-procedures ook op het faillissement van een 300-tal landbouwers.