"Wat is er aan de hand met de Europese boeren?"

Waarom komen overal in Europa landbouwers op straat? “Landbouwers ­nemen risico’s die niemand anders wil nemen. Ze verdienen daarom meer steun”, schrijft Joris Relaes, administrateur-generaal van ILVO, in een opiniestuk. “Naast de gewone risico’s van het ondernemen kampt de sector ook met andere fundamentele risico’s zoals het weer, de vele plant- en dierziektes en het snel bederven van de productie. Daarbovenop is de landbouwproductie ook zeer kapitaalintensief.”

28 januari 2024  – Laatst bijgewerkt om 28 januari 2024 17:58
Boerenprotest

Van Duitsland tot Frankrijk, van Polen tot Spanje, in Nederland en in Vlaanderen: overal zijn er protestacties en betogingen van boeren. Soms lijkt de aanleiding banaal, zoals het verminderen van de brandstofsubsidies in Duitsland. Soms gaat het over meer structurele zaken zoals de bijna-stopzetting van nieuwe vergunningen in het kader van het stikstofbeleid in Vlaanderen en Nederland.

Wat is er aan de hand? Daarvoor moeten we kijken naar de fundamenten van de landbouw en de landbouweconomie. Landbouw is een buitenbeentje in onze economie, want het is de enige sector die werkt met levend materiaal. Naast de gewone risico’s kampt de sector bovendien met de wispelturigheden van het weer en het klimaat, en wordt de productie geregeld geteisterd door dier- en plantenziekten. Vaak bederven producten snel en moeten ze vlug verkocht worden.

Het is een kapitaalintensieve sector. Koop maar eens een hectare landbouwgrond in het dichtbevolkte Vlaanderen of Nederland. Ook de machines en de stallen die zijn aangepast aan de huidige duurzaamheids- en kwaliteitseisen, kosten handenvol geld. Komt daarbij dat landbouwbedrijven micro-ondernemingen zijn in de voedselketen waar grote verwerkende bedrijven en distributiebedrijven de plak zwaaien. Landbouwers hebben onvoldoende marktmacht om zelf de prijzen te bepalen en, bijvoorbeeld, de extra investeringen in milieu, klimaat of dierenwelzijn door te rekenen in hun prijzen.

Kip uit Kiev

De Europese landbouwers opereren tegenwoordig in een geglobaliseerde vrije markt waarin ze moeten optornen tegen de invoer van producten die niet altijd aan dezelfde kwaliteits- of duurzaamheidseisen voldoen. Denk aan de eieren en het kippenvlees dat we invoeren uit Oekraïne. Precies omdat landbouw zo risicovol is, nemen andere spelers in de voedselketen die schakel niet over. Zo zien we onze grote groente- en aardappelverwerkers zelf de productie niet in handen nemen. “De landbouwproductie is te kapitaalintensief en te risicovol om er ons zelf aan te wagen”, zegt één van de ceo’s.

Landbouwers nemen die risico’s gelukkig wel. Vaak eerder vanuit hun passie dan uit rationele overwegingen. Vroeger waren de overheden en de bevolking zich meer bewust van de risico’s die het boerenbedrijf inhield en bestond er een brede consensus dat er beleidsmatig iets tegenover moest staan om de mensen te voorzien van voldoende voedsel. Dat verklaart de sterke tussenkomst van Europa in de landbouw, toen voldoende voedsel nog een thema was.

Voedselovervloed

Dat besef deemstert stilaan weg, door de als vanzelfsprekend beschouwde voedselovervloed. Aan de Europese landbouwinkomenssubsidies wordt jaar na jaar geknabbeld. Als er nu ook gemorreld wordt aan een aantal nationale subsidies zoals in Duitsland, of als de rechtszekerheid onder druk komt te staan door nieuwe milieu- en klimaatmaatregelen in Frankrijk, Vlaanderen en Nederland, dan voelt de boer zich in het nauw gedreven en komt hij op straat.

Hoe lossen we dat op? Ofwel rekenen we op de consument die dieper in de buidel tast, wat vanuit sociaal oogpunt geen evidentie is. Ofwel rekenen we op de belastingbetaler die op een slimme manier een correcte aanvullende vergoeding uitkeert aan boeren die duurzaam, kwalitatief voedsel willen blijven produceren.

We kunnen er niet onderuit. We zullen die keuze opnieuw moeten durven te maken en de consequenties ervan onder ogen zien. Ik hoop dat de strategische oefening die Commissievoorzitter Ursula von der Leyen deze week heeft opgestart, daar een eerste aanzet toe kan zijn. Zeker in de huidige geopolitieke situatie verdient de landbouwer opnieuw meer van onze aandacht.


Met dit opiniestuk wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Het opiniestuk verscheen in De Standaard op 26 januari 2024.

De auteur

Joris Relaes is administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).

“Waarom een tijdelijk moratorium op de verkoop van publieke landbouwgronden noodzakelijk is”
Uitgelicht
Zolang een doordacht landbouwgrondenbeleid ontbreekt bij overheden en publieke instellingen zouden ze verboden moeten worden om hun grond te verkopen. Dat is nodig willen we i...
6 februari 2023 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek