Waalse landbouwers maken zich grote zorgen over erosiemaatregelen in GLB

De Waalse landbouwers zijn bijzonder misnoegd over de erosiemaatregelen die in het nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van Wallonië vervat zitten. Die bepaalt dat het erosierisico niet alleen bepaald wordt door de helling van de landbouwgrond, maar ook door bijvoorbeeld de lengte van de helling en de bodemsoort. Daardoor dreigen sommige Waalse landbouwers tot wel tien procent van hun landbouwgrond te verliezen.

20 april 2023  – Laatste update 20 april 2023 22:19
Lees meer over:
aardappelen planten

Goede landbouw- en milieucondities

Al twee keer kwamen de Waalse landbouwers op straat om voor het gebouw van het Waals parlement te protesteren tegen de nieuwe maatregelen rond erosie. Die zitten vervat in de conditionaliteit van het nieuwe GLB-plan, de nieuwe term voor de randvoorwaarden in het vorige GLB. Daarin waren al een aantal ‘goede landbouw- en milieucondities’ (afgekort tot GLMC, in Wallonië spreken ze over BCAE, red.) opgenomen, maar in het nieuwe GLB zijn die goede landbouw- en milieucondities uitgebreid. Landbouwers moeten deze naleven om in aanmerking te komen voor GLB-steun.

Hoewel Vlaanderen en Wallonië voor het eerst elk een eigen plan voor het GLB hebben, hebben beiden een GLMC ‘bodembewerkingsbeheer om erosie tegen te gaan’. Waar er in Vlaanderen nog werk gemaakt wordt van een evaluatie van de maatregelen in het erosiebeleid (bij het Departement Omgeving, red.) waarbij afstemming zal gebeuren met de erosiemaatregelen in het nieuwe GLB, wordt in Wallonië stilaan wel duidelijk welke impact de nieuwe erosiemaatregelen in het GLB hebben voor de individuele landbouwer. Bovendien telt Wallonië heel wat meer hellingen waardoor de regio sterker is getroffen dan Vlaanderen.

(Lees verder onder de video)

Nieuwe erosiekaart

Waar het vorige GLB in Wallonië al bepaalde teeltpraktijken verbood op landbouwgrond met een hellingsgraad van 10 of 15 procent, gaat het nieuwe GLB verder. De Waalse landbouwadministratie heeft een nieuwe kaart opgemaakt die de erosiegevoeligheid van elk perceel bepaalt. Daarbij wordt niet langer alleen gekeken naar de hellingsgraad van een perceel, maar worden er tal van andere parameters meegenomen, zoals de lengte van de helling, de bodemsoort en de intensiteit van de regenval.

Dat heeft geresulteerd in een kaart met zes kleurcodes: zwart voor een extreem risico op erosie, paars voor een zeer hoog risico, rood voor een hoog risico, oranje voor een matig risico, geel voor een laag risico en ten slotte groen voor een zeer laag risico. Van de ruim 765.000 hectare landbouwgrond die Wallonië telt, ligt ruim 80.000 hectare in de rode zone (10,5%), ruim 107.000 hectare in de paarse zone (14%) en 35.000 hectare in de zwarte zone (4,6%). Ter vergelijking: in Vlaanderen ligt 35.000 hectare in de rode zone (5,6%), 8.000 hectare in de paarse (1,3%) en zijn er geen percelen in de zwarte zone.

Vooral voor deze drie categorieën gelden er strenge voorwaarden. Zo mogen landbouwers bijvoorbeeld geen één- of meerjarige gewassen meer telen op zwarte percelen. Wil de landbouwer dat wel nog doen, dan moet hij de lengte van de hellingen terugbrengen zodat ze in een lagere erosiegevoeligheidsklasse vallen. Anders kunnen deze percelen enkel gebruikt worden voor permanent grasland. Op zwarte en paarse percelen is de teelt op ruggen, zoals de aardappel-, erwten- of uienteelt, verboden. Voor heel wat andere teelten op paarse of rode percelen moet een landbouwer, naast andere maatregelen, een erosiestrook van minstens negen meter voorzien.

De erosiemaatregelen zijn een verkapte vorm van onteigening van landbouwgrond zonder financiële compensatie

FJA - Waalse organisatie voor jonge landbouwers

Verlies aan oppervlakte en hogere werklast

De grootste landbouworganisatie van Wallonië, FWA, ziet heel wat problemen bij deze nieuwe erosieregels. “Eerst en vooral houdt de nieuwe erosiekaart voor sommige landbouwers een verlies aan oppervlakte in omdat zij erosiestroken met gras moeten voorzien. Dit kan in bepaalde gevallen zelfs oplopen tot tien procent van de totale oppervlakte van een bedrijf”, klinkt het.

Om de erosiegevoeligheid van een bepaald perceel te doen dalen, kan de landbouwer beslissen om een bepaald perceel op te splitsen. Zo kan hij de status van ‘extreem gevoelig’ terugbrengen naar ‘zeer gevoelig’. “Een rechtstreeks gevolg van deze maatregel is dat de landbouwer op hetzelfde perceel verschillende gewassen zal moeten telen. Dat betekent een grotere werklast en meer kosten, terwijl er vaak nog een anti-erosiestrook moet voorzien worden”, meent FWA.

(Lees verder onder het kaderstuk)

Voorbeelden uit de praktijk

Om de impact van de nieuwe erosieregels duidelijk te maken heeft FWA een aantal praktijkvoorbeelden opgesomd.

Voorbeeld 1

Victor is een landbouwer in Haspengouw. Hij heeft zijn percelen opgesplitst om te voldoen aan de GLMC-erosieregels. Op zijn percelen besluit hij 20 stroken van 4 meter breed en 9.800 meter lang aan te leggen. Daarnaast moet hij nog eens erosiestroken van 9 meter breed en 3.800 meter lang aanleggen op twee ingewikkelder percelen. De oppervlakte die er op die manier "verloren" gaat voor de teelt bedraagt 7,5 hectare. Financieel betekent dat een verlies van ongeveer 4.000 euro per hectare of een totaal verlies van ongeveer 30.000 euro.

Voorbeeld 2

Francis is een melkveehouder op het plateau van Herve. Hij bezit 33 hectare akkerland, waarvan 22 als "extreem risicovol" is aangemerkt. Op deze grond mag hij volgens de nieuwe regels niet langer maïs verbouwen, hoewel hij die nodig heeft om zijn melkkoeien van voldoende ruwvoeder te voorzien. Dat betekent dat de voederautonomie van zijn bedrijf in gevaar komt.

Voorbeeld 3

Pierre heeft een bedrijf van 99 hectare. Op zijn bedrijf is 22,11 hectare "extreem risicovol" waardoor hij op die percelen alleen permanent grasland kan telen, hoewel hij geen vee heeft. Als hij zijn perceel in verschillende kleine stukken verdeelt, kan hij de status "zeer hoog risico" bereiken, maar door de ligging van zijn percelen heeft hij geen toegang tot deze opgesplitste percelen.

Landbouworganisaties vragen bijsturingen

Omwille van de verregaande gevolgen van de nieuwe regels kwamen de Waalse landbouwers al twee keer op straat. Eén keer in maart en ook vorige week nog trokken landbouwers van FJA, de jongerendelegatie van FWA, naar Namen om hun ongenoegen aan de politiek kenbaar te maken. “De huidige erosiemaatregelen zijn onaanvaardbaar. Ze zullen leiden tot hogere werklast en een hogere druk op de bodem”, aldus FJA. De organisatie noemt de maatregelen ook “een vorm van verkapte onteigening van landbouwgrond zonder financiële compensatie” en dat terwijl jonge boeren al diep in hun buidel moeten tasten om landbouwgrond aan te kopen.

FWA vraagt aan de Waalse beleidsmakers om de parameters die bepalen in welke erosieklasse percelen worden onderverdeeld, te herzien om zo de impact op de bedrijven te verminderen. Daarnaast wil het dat de verplichting om een grasstrook te zaaien rond de hele omtrek van het perceel als erosiestrook, beperkt wordt tot enkel de problematische zones, zoals dat ook het geval is in Vlaanderen.

“We willen ook dat de inwerkingtreding van de maatregelen wordt uitgesteld omdat landbouwers pas laat toegang hadden tot de erosiekaarten. Dus in plaats van 2023 en 2024 als overgangsjaren te bestempelen, willen we dat 2023 een blanco jaar wordt en dat 2024 en 2025 overgangsjaren worden waarin landbouwers hun teeltrotatie kunnen aanpassen aan de nieuwe regels”, aldus de Waalse landbouworganisatie. Daarnaast vraagt het ook dat er een werkgroep wordt opgericht om een oplossing te zoeken voor de meest problematische situaties en dat er advies en ondersteuning voor de landbouwers wordt voorzien.

We hebben weet van bedrijven die tot 45 procent van hun areaal niet langer kunnen gebruiken voor de teelt op ruggen

Christophe Vermeulen - CEO Belgapom

Belgapom heel bezorgd

Een andere sectorfederatie die het dossier op de voet volgt, is Belgapom. De Belgische aardappelverwerkende industrie ziet de aardappelteelt in eigen land opnieuw bedreigd door de erosiemaatregelen. In de paarse zones zal de aardappelteelt immers verboden worden. “Het is moeilijk om de gevolgen juist in kaart te brengen”, zegt Christophe Vermeulen, CEO van Belgapom. “Maar volgens cijfers van FWA werd vorig jaar ongeveer 1.600 hectare gebruikt voor de aardappelteelt die, nu ze als paarse zone is aangeduid, niet langer geschikt zal zijn voor de aardappelteelt. Daarnaast zijn ook de gevolgen in de rode zones groot omwille van de verplichting om erosiestroken van minstens negen meter breed te voorzien.”

Volgens Vermeulen zijn vooral Henegouwen en Waals-Brabant getroffen door de nieuwe regels. “De gevolgen zijn trouwens sterk verschillend van teler tot teler. We hebben weet van bedrijven die tot 45 procent van hun areaal niet langer kunnen gebruiken voor de teelt op ruggen”, stelt hij. Al is het allemaal nog wat koffiedik kijken wat de exacte gevolgen zullen zijn, want telers mogen hun percelen opsplitsen in kleinere percelen waardoor ze mogelijk in een lagere erosieklasse terechtkomen. “Hoe dat gaat uitpakken, is afwachten. Maar het mag in elk geval duidelijk zijn dat deze erosiemaatregelen veel verregaandere gevolgen hebben dan wellicht was ingeschat door de Waalse landbouwadministratie.”

Belgapom stelt vast dat dit nog maar eens een aanslag is op het areaal van de landbouwer en nog maar eens een inperking van zijn keuzevrijheid inhoudt. “In Vlaanderen hebben we al de impact van het nieuwe mestactieplan (MAP7) dat wellicht zo’n 10.000 hectare ongeschikt maakt voor de aardappelteelt en binnenkort komt er nog de natuurherstelwet die ongetwijfeld een bijzonder grote impact zal hebben. Het is stilaan een en-en-en-verhaal aan het worden en telkens met de landbouw het gelag betalen”, aldus Vermeulen.

“Problemen oplossingsgericht benaderen”

Waals landbouwminister Willy Borsus (MR) lijkt alvast oren te hebben naar een aantal van de vragen van de landbouworganisaties. Zo zou een erosiestrook langs bos of grasland niet langer verplicht zijn en wordt naast gras ook koolzaad toegestaan als teelt op erosiestroken. Ook de vraag om van 2023 een ‘blanco’ jaar te maken, wil de minister inwilligen als hij daarvoor fiat van Europa krijgt. Borsus heeft zijn administratie bovendien gevraagd om problemen en klachten “oplossingsgericht” te bekijken. Er komt ook een werkgroep om het dossier grondig op te volgen.

Bron: Eigen berichtgeving / Plein Champs / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek