VS verhoogt de bijmenging van bio-ethanol in benzine

In de VS mag voortaan 15 procent bio-ethanol in benzine worden bijgemengd. Organisaties van akkerbouwers en producenten van bio-ethanol hebben lang aangedrongen op een verhoging van het bijmengpercentage omdat dan meer maïs nodig is voor de productie van ethanol. De veehouderijsector daarentegen kantte zich tegen het E-15 mengsel uit vrees voor hogere voederkosten.

Tot nu toe mocht benzine voor maximaal 10 procent uit bio-ethanol bestaan. Deze E-10 was geschikt voor alle voertuigen. Het Environmental Protection Agency (EPA) heeft besloten dat het E-15 mengsel alleen gebruikt mag worden in voertuigen vanaf bouwjaar 2007 of jonger. Tests hebben aangetoond dat het E-15 mengsel niet schadelijk is voor nieuwere wagens. Vooraleer E-15 ook in oudere wagens mag worden getankt, moeten eerst nog bijkomende tests gebeuren.

De beslissing van EPA is een eerste stap in de commercialisering van E-15. Op de vraag van telers- en producentenorganisaties voor een belastingvoordeel voor E-15, ging EPA niet in. De belasting op E-10 is 45 dollarcent per gallon (ongeveer 10 cent per liter) lager dan op gewone benzine. Deze fiscale stimuleringsmaatregel loopt eind dit jaar af. Over de verlenging van deze maatregel moet ook nog beslist worden.

De Amerikaanse veehouderijsector heeft lang geageerd tegen de verhoging van het bijmengpercentage. De veehouders vrezen hogere voederkosten door stijgende maïsprijzen. Ruim een derde van alle maïs in de Verenigde Staten wordt reeds verwerkt tot bio-ethanol. Nu het maximale bijmengpercentage omhoog gaat, vrezen de veehouders dat de voederprijs verder opgedreven wordt.

Landbouwminister Tom Vilsack juicht de beslissing van de EPA toe. “Het is een belangrijke stap om de VS onafhankelijker te maken in zijn brandstofvoorziening. Het EPA-besluit betekent ook een stimulans voor de werkgelegenheid op het platteland.”