Voorjaarspiek biologische melkveehouderij blijft uit door regen
nieuwsHet natte voorjaar heeft een grote en directe impact op de biologische melkproductie. Door de vele regen en weinige zonuren is de kwaliteit van het gras erbarmelijk. “Hierdoor is er nauwelijks sprake van de traditionele voorjaarspiek in mei”, vertelt Thibaut Boddez, voorzitter van Biomilk, een coöperatie van biologische melkveehouders. “Normaal hebben we tot 30 procent meer melk in mei. Dit jaar niet.” Ook de weidegang, die in de biologische melkveehouderij veelvuldig wordt toegepast, verloopt moeizaam.
“90 procent van de gronden van onze leden is grasland”, klinkt het bij Biomilk, een coöperatie van biologische melkveehouders in Vlaanderen en Wallonië. Gras is een veel belangrijker bestanddeel van het ruwvoerrantsoen in de biologische melkveehouderij dan in de gangbare melkveehouderij waar ook meer met kuilvoer gewerkt wordt.
"De kwaliteit van het gras is zeer belangrijk voor de melkproductie”, vertelt Boddez die in Seneffe een biologisch melkveebedrijf runt. Door de vele regen en de weinige zonuren dit voorjaar is de kwaliteit van het verse gras veel slechter dan in voorgaande jaren. “Er zitten minder suikers in en ook het droge stofgehalte is lager”, vervolgt Boddez die dit meteen voelt in de melkproductie. “Waar de melkproductie normaal gezien in mei traditioneel op haar hoogtepunt is met 30 procent is deze piek dit jaar grotendeels uitgebleven.”
Moeizame weidegang
Behalve de melkpiek verloopt ook het beweidingsseizoen uiterst moeizaam. Door de natte velden is er risico op betredingsschade met negatieve gevolgen voor de grasgroei en is er ook een verhoogd risico op klauwproblemen. Voor biorunderen schrijft het lastenboek voor dat de dieren buiten moeten als de omstandigheden dat toelaten. “Maar een minimum dagen is hieraan niet verbonden”, benadrukt Lieve Vercauteren, directeur van Bioforum. Door de juiste percelen en momenten te kiezen, slaagt Boddez erin zijn koeien buiten te laten lopen.
Dat geldt niet voor de zorgboerderij Widar in Merksplas. Terwijl de kudde van 17 koeien doorgaans het hele jaar rond de boerderij graast, staan de dieren momenteel sinds oktober bijna non-stop op stal. “Onze percelen liggen dicht tegen de rivier de Moer en zijn erg nat”, vertelt Dirk Govaerts, bestuurder van Widar.
Voer bijkopen
Door de natte velden is het ook nauwelijks mogelijk om gras te maaien waardoor op het bedrijf de ruwvoerverstrekking in het gevaar komt. “Wij moeten gras of hooi inkopen. Dat is eigenlijk nog nooit voorgekomen.” Vilt bezocht het bedrijf vorige week toen er vers gras werd aangeleverd dat gemaaid was tussen de fruitbomen op het gemende zorg-landbouwbedrijf.
Productiedaling in gangbare melkveehouderij volgt later
In tegenstelling tot de biologische melkveehouderij ziet de gangbare melkveehouderij minder productiedaling. Het aantal boeren dat in hoofdzaak gras voedert is relatief beperkt en de gangbare boeren kunnen hun silovoorraden aanspreken. Dit in combinatie met het verlate voorjaar, waarbij de maïsinzaai enorm vertraagd is, kan later voor problemen zorgen. "Op sommige bedrijven kan de ruwvoedervoorziening voor het komende jaar in het gedrang komen", vertelt Gert Van de Ven, verbonden aan de Hooibeekhoeve en het Landbouwcentrum voor Voedergewassen.
Milcobel vermoedt dat de weersomstandigheden, de slechte kwaliteit van het gras, en het achterstallige voorjaarswerk zullen doorwegen in de melkaanvoer in het najaar. “De productie van de koeien zal ongetwijfeld lijden onder de mindere opbrengsten en slechtere kwaliteit”, vertelde Tom Schiettecat, directeur Milk & Farms bij Milcobel, eerder.
Bron: Eigen berichtgeving