Volksgezondheid onderzoekt drie voedseladditieven
nieuwsDe Belg eet doorgaans niet te veel voedseladditieven. Dat blijkt uit een onderzoek van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP). Dat wijst er wel op dat drie van de 70 onderzochte additieven mogelijk door een deel van de bevolking te veel worden geconsumeerd. Het gaat om polysorbaten, stearolyl-2-lactylaten en nitriet die onder meer aan alcohol, bakkerijproducten en vleesbereidingen toegevoegd worden.
Gefermenteerde en gearomatiseerde melkproducten, gearomatiseerde of alcoholische dranken, producten van de bakker en vleesbereidingen zijn de belangrijkste leveranciers van de drie additieven die het wetenschappelijk instituut viseert. De geschatte consumptie van polysorbaten, stearolyl-2-lactylaten en nitriet zou voor een deel van de Belgen - die bovenstaande voedingswaren in grote mate consumeren - hoger liggen dan de aanbevolen dagelijkse inname.
"Deze additieven vereisen bijgevolg een grondige studie om het daadwerkelijke risico voor de bevolking na te gaan", zegt het WIV-ISP. Het instituut nuanceert tegelijkertijd. "Voedseladditieven die in bewerkte producten zitten, maken deel uit van een evenwichtige voeding. De producten op de markt zijn gecontroleerd en geëvalueerd", zegt Séverine Goscinny van het WIV-ISP.
De studie kwam er in opdracht van de FOD Volksgezondheid. Die wil er zo over waken dat de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) van die additieven niet wordt overschreden. Het onderzoek is uitgevoerd in 2012 en beperkt zich tot de additieven met een meetbare ADI. In België zijn er bij de bestudering van etiketten in warenhuizen 70 van dergelijke additieven geteld.
Meer info: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid
Bron: Belga / eigen verslaggeving