Voedselagentschap ontdekt MPA in tweede bedrijf

Het gaat om minieme hoeveelheden, net als bij de eerste MPA-besmetting die dit weekend in Halen aan het licht kwam. Maar volgens de hormonenwetgeving is de kleinste vondst van MPA ontoelaatbaar. Om welk bedrijf het gaat wilde Houbaert niet kwijt.

Het Voedselagentschap volgt de standaardprocedure. De landbouwer in kwestie heeft vijf dagen de tijd om een tegenanalyse aan te vragen. Als de tegenanalyse eveneens ongunstig is of als er geen werd aangevraagd worden de ingevoerde zeugen pas vrijgegeven nadat ze allemaal werden getest en er geen MPA werd gevonden. In het andere geval worden ze in beslag genomen en opgeruimd.

De tweede MPA-besmetting werd niet vastgesteld in Pepingen. Daar heeft de Nederlandse eigenaar van het bedrijf uit Halen nog een tweede varkensfokkerij. De testen van het bedrijf in Pepingen waren gunstig, zo verzekert bedrijfsleider Jan Welvaarts.