Voedingsprijzen negen procent duurder dan vorig jaar
In oktober is de algemene inflatie fors gedaald van 2,4 procent naar 0,4 procent. Dat is het laagste niveau sinds januari 2021. Dit wil zeggen dat het leven amper duurder is dan een jaar geleden. Voeding daarentegen is nog steeds negen procent duurder dan vorig jaar, al neemt de voedingsinflatie sinds maart geleidelijk af voor de meeste voedingsproducten.
De inflatie is deze maand met twee procent gedaald en strandde op 0,4 procent. “Dat betekent dat het leven gemiddeld 0,4 procent duurder is geworden dan een jaar geleden”, tweette Stijn Baert, Gentse professor economie en lid van de indexcommissie. “Dat is heel weinig, vorig jaar zaten we nog aan 12,3 procent. Maar je moet het lage inflatiecijfer als volgt zien, we vergelijken nu met oktober 2022. Toen kende de inflatiecrisis haar piek. Met prijzen die toen 12,3 procent hoger lagen dan een jaar eerder. Het is met prijzen van toen dat we nu vergelijken. Dat betekent dat in vergelijking met twee jaar geleden, het leven nu 12,7 procent duurder is. Dat is een stijging die je normaal op meer dan zes jaar zou verwachten.”
Ondanks het zeer lage inflatiecijfer, werd de spilindex wel overschreden. Dat betekent dat uitkeringen, pensioenen en heel wat lonen binnenkort stijgen. “De vele kleine prijsstijgingen maken samen iets voldoende groot”, aldus Baert.
Voedingsinflatie nog steeds hoog
De inflatie voor voeding komt deze maand uit op negen procent tegenover 11,1 procent in september. Voor een winkelkar met eten betaal je nu dus negen procent meer dan een jaar geleden. In het afgelopen jaar is vooral de inflatie van oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen en vlees sterk gestegen. Producten zoals olijfolie en aardappelen zijn het sterkst gestegen en betaal je bijna een kwart meer dan een jaar geleden. Ook eieren (20,4%), diepgevroren vis (17,6%) en fruit (4,2%) waren duurder in oktober dan in september. Daarentegen werd koffie en thee (5,5%) en ook wijn (15,7%) dan weer goedkoper.