Voedingsinflatie nog niet achter de rug
Fevia, de sector van de voedingsindustrie, verwacht dat de hoge voedingsinflatie nog niet meteen voorbij is. Integendeel, voor de volgende maanden wordt rekening gehouden met een verdere stijging. Mogelijk komt er een stabilisering van de prijzen vanaf de tweede jaarhelft, als de onderhandelingen met de retailers grotendeels zijn afgerond.
Op de vraag hoever de voedingsinflatie nog zou oplopen, hield Fevia tijdens de voorstelling van zijn economisch jaarverslag, de boot af. “Het is heel moeilijk om hierover voorspellingen te doen”, aldus voorzitter Anthony Botelberge. “We zien bijvoorbeeld dat zuivel iets goedkoper is geworden, terwijl de prijs van varkensvlees explodeert. Daarnaast is transport terug goedkoper en ook de energiekosten zijn gedaald. Maar heel wat bedrijven zijn bij de jaarwissel overgeschakeld van een vast naar een variabel energiecontract en betalen dus juist meer voor energie.”
Bottelberge benadrukt dat daarbovenop ook de recente loonindexering komt. “Bovendien is de kostenexplosie die we in 2022 gekend hebben nog niet volledig doorgerekend. De eerste maanden van dit jaar vonden heel wat heronderhandelingen met de supermarkten plaats. De prijsstijgingen die daar zijn afgedwongen, zullen de voedingsinflatie nog doen stijgen", zei hij. Hij verwacht in het tweede trimester van dit jaar een minder sterke stijging dan in de eerste drie maanden. Nadien zou het zich min of meer kunnen stabiliseren.
Fevia-adviseur Carole Dembour wees er ook op dat de voedingsbedrijven niet zelf de eindprijs in de winkels bepalen. Daar speelt bijvoorbeeld ook de concurrentie tussen supermarkten een rol. Als die zouden beslissen om hun marges te verhogen, kan de hoge inflatie nog wat langer duren.
In februari lag de Belgische voedingsinflatie op 16,12 procent, terwijl de algemene inflatie verder daalde tot 6,62 procent. Berekeningen van Testaankoop spreken zelfs van voedingsinflatie van 19,76 procent in februari 2023.
Bron: Belga / eigen berichtgeving
