Voedingsinflatie neemt gestaag verder af
De voedingsinflatie neemt voor de tweede maand op rij af. In mei bedroeg de inflatie 15,51 procent tegenover 16,64 procent vorige maand. Dat wil zeggen dat voeding 0,1 procent goedkoper werd. Ook het algemene inflatiecijfer zakte van 5,6 procent naar 5,2 procent. Het is al van oktober 2021 geleden dat de inflatie zo laag stond.
Inflatie aan de ontbijttafel
De inflatie van voeding is het laatste jaar sterk gestegen. Waar ze in mei van vorig jaar nog op 6,32 procent afklokte, staat ze nu op 15,51 procent. Dat is een forse stijging, maar minder hoog dan de afgelopen maanden. Sommige producten daalden zelfs in prijs deze maand. Zo werden koffie, thee en cacao 3,4 procent goedkoper deze afgelopen maand. Ook brood en graan werd gemiddeld 1,4 procent goedkoper. Maar net zoals andere voedingsproducten, staan chocolade en brood nog steeds zeer hoog in prijs in vergelijking met vorig jaar. In mei betaalde je 15,9 procent meer voor brood en 31,8 procent meer voor cacao in vergelijking met vorig jaar.
Gedaalde energieprijzen
Het algemene inflatiecijfer is in mei met net geen halve procent gezakt. De daling is vrijwel volledig te danken aan de gedaalde energieprijzen. Wie nu een nieuw stroomcontract afsluit, betaalt 26,3 procent minder dan een jaar geleden. Voor gas is dat zelf 60,4 procent. Maar andere producten en diensten zijn nog altijd veel duurder dan een jaar geleden. Voor een vliegtuigticket betaal je nu 41,8 procent meer dan in mei vorig jaar, voor een hotelkamer 29,4 procent. De belangrijkste prijsstijgingen in mei hadden betrekking op de herstellingen en het onderhoud van voertuigen, vliegtuigtickets, private huur, vakantiedorpen, frituren, fastfood en snackbars, hotelkamers en alcoholische dranken
“Maandschommelingen zijn natuurlijk altijd een slechte graadmeter voor sterke conclusies”, concludeert Stijn Baert, econoom aan Universiteit Gent, op Twitter. “Zet de stabilisatie van de voedingsprijzen zich volgende maand verder? Dat is de hamvraag voor de Indexcommissie van volgende maand.”

Bron: Eigen berichtgeving, Het Nieuwsblad