Vlaanderen pompt 300.000 euro in onderzoek voor biolandbouw

Hoe kan het koeiendieet aangepast worden zodat er minder methaan vrijkomt? En wat is het nut van het “bankerplant-systeem” voor de natuurlijke plaagbestrijding in de biologische koolteelt? UGent en Hogeschool Gent krijgen financiële steun om deze twee projecten uit te pluizen.

6 september 2021  – Laatst bijgewerkt om 6 september 2021 17:58
Lees meer over:
koe-melkkoe-melkvee-weide-tong-1280

De Vlaamse overheid kent 300.000 euro toe aan Universiteit Gent en het Onderzoekscentrum AgroFoodNature van Hogeschool Gent voor twee onderzoeksprojecten in de biologische landbouw. Eén van de onderzoeken focust op methaanonderdrukkend rantsoen bij herkauwers, het andere werkt rond natuurlijke vijanden in een bankerplant-systeem.

Dieet op maat van biologische koeien

In het Convenant Enterische Emissies Rundvee heeft de landbouwsector het engagement opgenomen om de methaanuitstoot met 0,44 megaton CO2-equivalenten te doen dalen tegen 2030. Rantsoenaanpassing is één van de drie manier om de doelstelling te halen.

In de gangbare veeteelt worden koeien al gevoederd met een combinatie van koolzaadschroot en bierdraf of lijnzaad. Ook voederadditieven hebben al hun nut bewezen op vlak van minder methaanuitstoot. Maar sommige van deze oplossingen zijn niet toepasbaar in een biologische context, door bijvoorbeeld de beperkte beschikbaarheid van een biologisch goedgekeurde variant, specifieke wetgeving of principiële bezwaren. Universiteit Gent zal de komende drie jaar, samen met Inagro en landbouwadviesbureau Wim Govaerts & Co, op zoek gaan naar alternatieven die wel geschikt zijn voor de biologische sector.

Uit de literatuur weet men dat specifieke bio-actieve stoffen uit graslandkruiden en houtige gewassen kunnen leiden tot minder methaan op pensniveau. In het onderzoek worden deze gewassen onder de loep genomen. Daarbij wordt bekeken wat het methaanonderdrukkend effect is bij welk rantsoen, seizoensinvloeden en conservering. Simulaties in het labo moeten het werkingsmechanisme en de positieve neveneffecten, zoals een betere stikstofefficiëntie, parasietonderdrukking en aanbreng va mineralen en sporenelementen, in kaart brengen. Het uiteindelijke doel is dat de Vlaamse biolandbouwers deze ruwvoeders zelf zullen kunnen telen en toepassen.

Verlicht het bankerplant-systeem de plaagdruk bij biokolen?

De melige koolluis (Brevicoryne brassicae) is één van de plaaginsecten dat koolgewassen belaagt. Als ze niet behandeld worden, kan dit leiden tot opbrengstverliezen tot maar liefst 85 procent. Beheersing van de plaag is erg moeilijk, zeker voor biotelers die slechts gebruik kunnen maken van een beperkt aantal toegelaten middelen. Natuurlijke vijanden kunnen helpen, maar komen veelal op het foute moment, blijven niet in de buurt wanneer de plaagdruk lager is of vertrekken te vroeg uit het perceel.

Hier zou een bankerplant-systeem soelaas kunnen bieden. Dit systeem bestaat uit een plantensoort die alternatieve prooisoorten, die geen plaag vormen voor het gewas, bevat als voedsel voor natuurlijke vijanden. Zo wordt dicht bij de teelt een populatie opgebouwd, met als gevolg dat de plaagonderdrukking de volledige teeltperiode gegarandeerd is.

Bankerplants staan, in tegenstelling tot de meer bestudeerde bloemenstroken, bovendien zo veel mogelijk tussen het gewas zelf. Dit zorgt voor een maximale verspreiding van de vijanden in het gewas en een minimaal verlies aan opbrengst door onbeteeld terrein.

In dit project wil het Onderzoekscentrum AgroFoodNature van Hogeschool Gent, samen met de partners Proefstation voor de Groenteteelt en Inagro, de eerste stappen zetten voor de ontwikkeling van een bankerplant-systeem tegen de melige koolluis. Ze zullen verschillende plantensoorten op hun geschiktheid, de toepassing op perceelsniveau uittesten in verschillende opstellingen tussen de koolplanten. Zo zal de impact op de plaagdensiteit en de gewasaantasting onderzocht worden.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek