Vlaamse vissersvloot krimpt tot 89 vaartuigen

De 53-jarige Eddie Cattoor stopt vanaf 1 augustus met zijn rederij Atlas. Eerder deze week kreeg hij te horen dat de Vlaamse overheid voor zijn twee vissersschepen een slooppremie toekent. "Het was dit of een failissement", zegt de visser in Het Laatste Nieuws. Naast de Z105 Atlas en de Z243 Medusa krijgen nog zeven andere reders een slooppremie.

Cattoor runt naar eigen zeggen de oudste rederij van het land. "Mijn hele leven zat ik op zee", vertelt Eddie. "Op mijn leeftijd is de stopzetting al bij al niet zo erg meer, maar mijn zonen en onze 12-koppige bemanning zitten straks ook zonder werk. Het is een heel spijtige zaak, maar voortdoen had geen zin. Eerst waren er de hoge brandstofprijzen en nu nekken de lage visprijzen ons. We zagen al zoveel collega's failliet gaan".

Samen met de twee schepen van Atlas gaan nog zeven boomkorvissersschepen onder de sloophamer. In totaal daalt het vermogen van de Vlaamse vissersvloot met ruim 8.000 kW. De afhakende rederijen dienden voor 24 juni een offerte in bij de Rederscentrale. Vlaams minister van Visserij Kris Peeters keurde vervolgens negen premies goed, waarvan er twee slechts gedeeltelijk gelden. De rederij behoudt in die gevallen veertig procent van het visquotum, waarmee later met een klein vaartuig kan gestart worden.

"Aanvankelijk waren we tegen de afbouw van de vissersvloot", zegt directeur Emiel Brouckaert van de Rederscentrale. "Maar als Europa en Vlaanderen vlootaanpassingen opleggen waarbij tegelijkertijd gestreefd wordt naar duurzame visserij, dan zijn die premies aanvaardbaar. De quota op zich worden niet aangepast, maar de vrijgekomen tonnages kunnen verdeeld worden onder de andere rederijen. Dat maakt het voor hen meer rendabel".

Door de afbouw van de vloot gaan wel een aantal jobs verloren. "De rederijen die stoppen, hadden gemiddeld een zestal bemanningsleden. Samen zijn er dat dus een vijftigtal, maar wie in de visserij wil blijven, zal makkelijk een boot vinden", weet Brouckaert.