Belgische vissers moeten belangrijke inkomstenbron laten zwemmen

Voor de Belgische visserijsector zijn de vangstrechten voor tong heel belangrijk. De vangstrechten dalen echter enorm. De Belgische vissers mogen volgend jaar in de Noordzee 60 procent minder tong vissen in vergelijking met vorig jaar. In de Ierse Zee is dat 77 procent. Dit vertaalt zich in deze zee alleen al in een daling van 208 ton.

In het Bristolkanaal daalt het Belgisch quotum met zes procent, in het Westelijk Engels Kanaal daalt het met 14 procent, in het oostelijke deel van het Kanaal met 17,4 procent en in het gebied ten zuiden van Ierland met 22,2 procent. De helft van de Belgische vis komt echter uit Britse wateren, dit is historisch zo gegroeid. De Brexit heeft de toegang tot vangstrecht en in die gebieden bemoeilijkt. "België blijft hier pleiten voor het openblijven van de Noorse wateren voor de Belgische vloot, aangezien deze zone post-Brexit een interessant visgebied kan zijn", reageert minister Crevits.

De vissers mogen in ruil wel meer pladijs, roggen en kabeljauw vangen. Voor roggen is er bijvoorbeeld sprake van een stijging van 81 procent in de Noordzee en ruim 76 procent in het Kanaal.

"Bijzonder bezorgd".

Vlaams minister Crevits, die België vertegenwoordigde op de onderhandelingen, zegt "bijzonder bezorgd" te zijn door de sterke daling van verschillende quota. "Het waren dit jaar heel moeilijke onderhandelingen", geeft ze aan. De quota worden bepaald op basis van wetenschappelijke adviezen over de visbestanden, maar dit duurt momenteel twee jaar vooraleer die gegevens in de praktijk worden gebracht. Crevits stelt dat ze samen met andere lidstaten bekijkt hoe dat anders kan. “De socio-economische impact van de visquota is zeer groot voor onze visserijsector", aldus Crevits. "Op mijn vraag engageert het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) zich om de komende maanden in samenwerking met de vissers nog meer gegevens te verzamelen. Zo wil ik dat voor visbestanden, waar uit voorzorg het quotum om de twee jaar met 20 procent daalt omdat er te weinig gegevens zijn, een correcte beoordeling krijgen. Daarnaast heb ik gevraagd om het advies voor tong in de Ierse zee opnieuw te berekenen met recente data, wat mogelijk snel kan leiden tot een aanpassing van het wetenschappelijk advies en de vangstrechten."

Volgens Climaxi, de beweging voor klimaat en sociale rechtvaardigheid, wordt de heropbloei van tong en andere vissoorten sinds lang teniet gedaan door extreme visserijdruk. “Europa moet het roer omgooien. De quotaregeling, waarbij elk land zijn portie op te vangen vis krijgt en die vervolgens verdeelt over schepen, zit grondig mis”, aldus Climaxi “Ze worden niet gerespecteerd en er zijn tal van middelen om ze te omzeilen. Grote sterke boten worden sowieso bevoordeeld tegenover de kleintjes, die zowel ecologisch als sociaal sterke voordelen hebben. Vlaanderen zou kunnen een eerlijker verdeling van quota hanteren, dat niet alleen gebaseerd is op de grootte van de boten, maar ook innovatieve visserijmethodes stimuleert.”

Ontgoocheling

De beroepsvereniging voor visserij De Rederscentrale reageert alvast ontgoocheld op de nieuwe quota. “De meeste belangrijke quota voor de Belgische visserij kwamen aan bod tijdens EU-onderhandelingen”, meldt de vereniging in een statement. “Maar voor de meeste visbestanden kwamen de onderhandelaars niet verder dan de eerste lijn van pagina’s lange adviezen en namen besluiten zonder rekening te houden met een broodnodige stabiliteit in de kleine visserijsector. Tijdens de EU-zitting van de visserijministerraad, waar de quota werden voorgesteld en nogmaals over onderhandeld werd, heeft de Rederscentrale minister Crevits en haar team ondersteund om een meer realistische benadering van de Belgische quota 2024 te bekomen. Maar er kon weinig aan veranderd worden, met een uitkomst die ver van hoopgevend is.”

De Rederscentrale is vooral niet opgezet met de vangstbeperkingen voor tong. "Op de meeste visgronden is dit in volledige tegenspraak met wat we als visser vaststellen op zee. Zelfs op plaatsen waar geen andere gegevens beschikbaar zijn, wordt geen rekening gehouden met de kennis van de visser en wordt arbitrair een voorzorgsprincipe toegepast", reageert voorzitter Geert De Groote. Het maakt het voor de vissers almaar moeilijker om aan langetermijnplanning te doen en "een rendement voor onze zware investeringen te creëren", zegt hij.

Uitkijken naar 2025

De Rederscentrale waardeert wel dat Crevits samen met een aantal collega's inspanningen wil doen om nieuwe gegevens sneller te integreren en wetenschappelijke adviezen sneller op te volgen. "Samen met positief nieuws over enkele rog-, zeeduivel-, schartong- en kabeljauwbestanden geeft het ons een beetje hoop dat we 2024 kunnen doorkomen, met het zicht op een veel beter 2025", besluit De Groote.

Minister Crevits benadrukt ook nog dat, ondanks de bezorgdheden, er zeker nog voldoende vangstmogelijkheden zijn zodat ieder nog een lekkere tong, pladijs, rog of zeeduivel kan eten.