Vlaamse mestbalans was in 2010 in evenwicht
nieuwsNet zoals in de drie voorgaande jaren, was de Vlaamse mestbalans ook in 2010 in evenwicht. Alle Vlaamse landbouwbedrijven waren in staat om hun dierlijke mest correct af te zetten rekening houdend met de extra afzetruimte gecreëerd door derogatie, nutriëntenarme voeders en de verwerking en export van mest. Toch is er nog een hele weg af te leggen vooraleer het evenwicht zich vertaalt in een betere waterkwaliteit.
De Vlaamse mestbalans geeft het verschil weer tussen het aanbod van dierlijke mest en de afzetruimte op Vlaamse landbouwgrond. In 2010 bedroeg de brutoproductie van dierlijke mest 168,6 miljoen kg stikstof en 68,5 miljoen kg fosfor. Door het gebruik van nutriëntenarme voeders werd een afname van de productie van 8,4 miljoen kg stikstof en 7,6 miljoen kg fosfor gerealiseerd, wat de reële mestproductie in 2010 op 160,2 miljoen kg stikstof en 60,9 miljoen kg fosfor brengt.
Rekening houdend met de emissieverliezen in de stal en bij de opslag mest bedroeg de nettostikstofproductie 127,2 miljoen kg. De hoeveelheid Vlaamse dierlijke mest die verwerkt en geexporteerd werd in 2010, bedroeg 26,9 miljoen kg stikstof en 15,5 miljoen kg fosfor. Finaal resulteert die rekensom in een mestaanbod van 100,3 miljoen kg stikstof en 45,4 miljoen kg fosfor uit dierlijke mest.
Daarnaast gebruikten Vlaamse land- en tuinbouwers ook nog 40,7 miljoen kg stikstof en 1,4 miljoen kg fosfor aan kunstmest. Het stikstofgebruik uit kunstmest ligt daarmee 1,4 miljoen kg N hoger dan in 2009. Het gebruik van fosfor uit kunstmest is daarentegen niet gestegen.
Het totale aanbod dierlijke mest was in 2010 iets groter dan het mestaanbod in 2009 (+0,6 miljoen kg N en +0,7 miljoen kg P). De Mestbank wijt dit voornamelijk aan de toename van het aantal braadkippen en varkens. Deze toename wijst er volgens de Mestbank op dat landbouwers gebruikmaken van de mogelijkheden om hun veestapel uit te breiden na bewezen mestverwerking.
Aan de andere kant van de balans was de mestafzetruimte in 2010 vergelijkbaar met 2009. Met 105,2 miljoen kg stikstof en 48,6 miljoen kg fosfor aan afzetruimte was de Vlaamse mestbalans in 2010 andermaal in evenwicht.
Het gebruik van eiwit- en fosforarme voeders blijft een belangrijke brongerichte strategie om de mestproductie van varkens en pluimvee te verminderen. Een essentiële schakel in de Vlaamse mestbalans is mestverwerking. Aangezien 3.240 landbouwers in 2010 derogatie toepasten op een totaal areaal van 86.900 hectare was ook derogatie, naast mestverwerking en -export, cruciaal voor de mestbalans. Het leverde 6,8 miljoen kg stikstof extra mestafzetruimte op in 2010.
"Dat de Vlaamse mestbalans in 2010 in evenwicht was, betekent uiteraard niet dat het mestprobleem opgelost is", tempert de Mestbank. "Een aantal landbouwbedrijven kampen nog steeds met problemen met hun individuele mestbalans en daarnaast verbetert de waterkwaliteit nog onvoldoende snel." De maatregelen van het nieuwe mestactieprogramma voor de periode 2011-2014 (MAP4) moeten ervoor zorgen dat de waterkwaliteit substantieel verbetert.
Ondanks de vele inspanningen zijn de negatieve effecten van bemesting dus nog niet volledig van de baan. De uitdagingen waar Vlaanderen de komende jaren voor staat, zijn naar verluidt groot. De verbetering van de waterkwaliteit is een opdracht die de Mestbank, samen met de beleidsverantwoordelijken, met de landbouw- en milieusector en andere actoren zoals het Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding Duurzame Bemesting (CVBB) tot een goed einde wil brengen.
Meer info: Voortgangsrapport Mestbank 2011
Beeld: NTV