Verhoudingen op wereldgraanmarkt grondig herschikt

De machtsverhoudingen op de wereldgraanmarkt zijn grondig door elkaar geschud. De Verenigde Staten en Europa zijn dit seizoen sterker geworden en Rusland speelt voorlopig geen rol van betekenis meer. In juni vorig jaar ging het Amerikaanse ministerie van Landbouw er nog van uit dat Rusland samen met Oekraïne en Kazachstan de nieuwe tarweschuur van de wereld zou worden.

Sinds 1945 is de VS heer en meester op de wereldtarwemarkt, maar Rusland werd steeds belangrijker. Vorig seizoen bediende het land 13,7 procent van de wereldmarkt voor tarwe. Dat is dit seizoen gekelderd naar 3,2 procent. Het is de droogte die de landen rond de Zwarte Zee heeft weggevaagd van de wereldmarkt. Het aandeel van Oekraïne daalde van 6,9 procent vorig seizoen naar 4,4 procent dit seizoen.

De VS verzorgt dit seizoen 28,2 procent van de wereldhandel in tarwe. Vorig seizoen was dat 17,7 procent. Het aandeel van de EU stijgt van 16,3 naar 17,2 procent. Daarmee blijft de hegemonie van de Verenigde Staten voorlopig aanhouden. Zelfs als Rusland, lange tijd de enige serieuze concurrent voor de VS, dit jaar veel tarwe oogst, heeft het de handen vol met het aanvullen van de voorraden.

Ook op de maïsmarkt blijft de VS de onbetwiste nummer één, ondanks het feit dat ruim een derde van alle Amerikaanse maïs verwerkt wordt tot bio-ethanol. Het aandeel van het land op de wereldmarkt bedraagt 54,8 procent. Argentinië, de tweede grootste exporteur van maïs, blijft steken op 16,1 procent. Ook op de sojamarkt is de VS niet te kloppen. Dit seizoen verhandelde het 44 procent van de soja. Nummer twee, Brazilië, neemt 33 procent van de markt voor haar rekening.