Vegaplan: “Velen weten niet dat het percentage voor driftreductie verhoogd is en lopen daardoor tegen de lamp"
nieuwsOnwetendheid over het verhoogde vereiste driftreductiepercentage dat sinds vorig jaar geldt, blijkt één van de grootse redenen waarom Vlaamse landbouwers tegen de lamp lopen tijdens een Vegaplan-audit. Dat blijkt uit het jaarverslag van de lastenboekbeheerder, waar bijna 9 op 10 Belgische landbouwpercelen voor plantaardige productie bij gecertificeerd zijn.
In 2023 waren 17.570 landbouwondernemingen, 1.278 loonwerkers, en 377 sierteeltbedrijven Vegaplan-gecertificeerd. Het aantal sierteeltbedrijven kende met 10 procent de sterkste groei ten opzichte van vorig jaar, het aantal landbouwbedrijven en loonwerkers groeide met respectievelijk 2,3 procent en 2,8 procent. “66 procent van de Belgische landbouwondernemingen met plantaardige productie zijn vandaag Vegaplan gecertificeerd. In verhouding tot het Belgische landbouwareaal voor plantaardige productie, komt dit neer op een dekkingsgraad van 87 procent”, luidt het. “Onze certificering groeit verder tot één van de belangrijkste kwaliteitssystemen in de primaire plantaardige productie in Europa.”
Meest voorkomende gebreken
In 2023 werden 7.250 controles uitgevoerd, waaronder 1.000 onaangekondigde steekproef-audits. De meest voorkomende onvolkomenheden bij deze controles op niveau 1, die binnen de drie maanden moeten worden gecorrigeerd, waren het niet-correcte gebruik van de geschikte driftreducerende maatregelen en doppen bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen (8,32%) en de incorrecte identificatie van de landbouwer en bedrijf (9,37%). “Dit laatste gaat vooral over de non-conformiteit dat er een activiteit te veel of te weinig geregistreerd is”, legt Vegaplan uit. “Dat gaat dan om bijvoorbeeld een landbouwer die aardappelen en granen teelt en sinds het laatste seizoen ook iets van groenten teelt, maar dat niet heeft aangegeven. Of wanneer een productietak afgestoten werd waarvan ook nog geen melding binnengekomen is.”
De onwetendheid over het verhoogde vereiste driftreductiepercentage dat Vlaanderen stelt, is de grootste reden voor de andere non-conformiteit. “Vorig jaar werd het percentage opgetrokken van 50 procent naar 75 procent. Bij de audits is gebleken dat veel landbouwers hiervan nog niet altijd op de hoogte zijn en/of daarbij de verkeerde driftreducerende doppen gebruiken. Soms is het ook moeilijk om in het drukste van het seizoen dan nog de geschikte doppen te vinden”, aldus Vegaplan. “Aangezien in Wallonië deze maatregel niet werd doorgevoerd, zien we dat deze non-conformiteit vooral in Vlaanderen voorkomt. We verwachten wel dat dit cijfer zal dalen in de toekomst.”
Terugblik
De lancering van de drie vernieuwde Vegaplan Standaarden in juli vorig jaar was de belangrijkste verwezenlijking van 2023 voor Vegaplan. “De twee grootste vernieuwingen daarbij was de redactionele herziening en verstrenging van conformiteit van niveau 2. De standaarden werden volledig gescreend en herwerkt zodat er bijvoorbeeld geen dezelfde eisen meer in staan die op twee plaatsen in het lastenboek beschreven werden, waardoor deze resulteerden in twee non-conformiteiten. Het percentage aan eisen waaraan de landbouwers op niveau 2 conform moeten zijn, werd ook verstrengd van 70 naar 80 procent”, duidt Vegaplan.
Naast de lancering van de drie vernieuwde standaarden, werden vorig jaar ook de voorbereidingen getroffen voor de nieuwe duurzaamheidsmonitor die in januari 2024 in voege is getreden. “De monitor laat toe om ook de verdergaande duurzaamheidsinspanningen van de land- en tuinbouwbedrijven in kaart te brengen en aantoonbaar te maken”, luidt het. “De monitor vormt zo een aanvulling op de duurzaamheidseisen die reeds verplicht zijn.”
Vegaplan laat ook weten oog te hebben gehad op vereenvoudiging en efficiëntie van het certificeringsproces voor de operatoren en de auditoren. Zo lanceerde het onder meer de mogelijkheid om gegevens van de GLB-aangifte te importeren in zijn databank.
