Veevoerproducent wist al maanden van dioxinebesmetting

De dioxinecrisis in Duitsland krijgt steeds grotere proporties: nu blijkt dat het veevoeder al veel langer besmet was met dioxine dan tot nog toe werd verondersteld. Het zou gaan om 150.000 ton pluimvee- en varkensvoeder. Bovendien liep het aantal uit voorzorg gesloten bedrijven op tot 4.700 boerderijen, maar daarvan zijn er 3.000 intussen vrij gegeven. Dat maakte het Duitse ministerie voor Voedsel, Landbouw en Consumentenbescherming bekend. 

Bijna 4.500 van de gesloten landbouwbedrijven liggen in de deelstaat Nedersaksen, meestal gaat het om varkensbedrijven. De sluiting is een preventieve maatregel en verwacht wordt dat de meeste boerderijen na de nodige tests opnieuw kunnen openen. Zo'n 3.000 bedrijven werden aan het eind van de week vrij gegeven omdat ze geen bedreiging vormen.

In totaal raakten zo'n 150.000 ton pluimvee- en varkensvoeder besmet met kankerverwekkende dioxine, schatten de Duitse autoriteiten. Het besmet veevoeder is enkel in Duitsland en niet in buurlanden als België aan pluimvee of varkens gevoederd. Door de grotere omvang van de dioxinebesmetting groeit wel de kans dat met dioxine besmette eieren, eiproducten of varkensvlees op de Belgische markt terecht zijn gekomen. Het Voedselagentschap gaat daarom nog meer controles uitvoeren.

In Zuid-Korea wordt ondertussen varkensvlees vanuit Duitsland geweerd. Dat bevestigt EU-commissaris voor Consumentenbescherming John Dalli. Ook Slovakije, Groot-Brittannië en Rusland reageren met maatregelen. Slovakije heeft een tijdelijk verbod op de verkoop van Duitse eieren en pluimvee ingevoerd. Groot-Brittannië haalt dan weer producten zoals taart en quiche, waarin Duitse eieren verwerkt zijn, uit de winkelrekken. De Russische overheid tenslotte heeft de controle op vlees uit Duitsland en enkele andere lidstaten verscherpt en dreigt met een importverbod.

Het landbouwministerie van Nedersaksen laat intussen weten dat het bedrijf Harles & Jentzsch al veel eerder dan december vorig jaar met dioxine besmette industrievetten bij de productie van veevoeder gebruikte. Al op 19 maart 2010 werden bij laboratoriumtests te hoge dioxinegehaltes vastgesteld. Ook daarna kwamen bij eigen controles dergelijke resultaten uit de bus. Noch het labo, noch Harles & Jentzsch hebben de bevindingen doorgespeeld aan de autoriteiten.

Als reactie op de crisis, dringt de Duitse landbouwminister Ilse Aigner aan op een Europese regeling ter verbetering van de veiligheid in de veevoederketen. Aigner liet EU-commissaris voor gezondheid John Dalli weten dat de productie van schadelijke componenten in de toekomst duidelijk moet worden gescheiden van bestanddelen die voor de voedselketen bestemd zijn. Het bedrijf Harles & Jentzsch hield zich op het bedrijfsterrein namelijk bezig met zowel industrie- als voedervetten. Aigner wil dat verbieden, maar meent tevens dat de rest van Europa niet kan achterblijven.

Het certificeringssysteem GMP+ heeft het kwaliteitscertificaat van vetverwerker Harles & Jentzsch uit het Duitse Uetersen met onmiddelijke ingang geschorst. Door de schorsing mogen GMP+ gecertificeerde bedrijven geen diervoeders of diervoedergrondstoffen aankopen van Harles & Jentzsch. Het bedrijf zal tevens voor drie maanden worden uitgesloten van certificering.