Veevoederfabrikant aan het Albertkanaal kiest voor binnenvaart

Veevoederfabrikant Agrifirm stapt voor het vervoer van containers in zijn fabriek in Grobbendonk over op de binnenvaart. Het gaat om zo’n 2.500 containers op jaarbasis die via de binnenvaartterminal in Grobbendonk van en naar Antwerpen verscheept zullen worden. Binnenvaart speelt van oudsher een belangrijke rol bij het vervoer van grondstoffen voor de veevoerindustrie en veel geïmporteerde landbouwproducten worden nog steeds per schip aangeleverd.

7 september 2021  – Laatste update 7 september 2021 21:28
Lees meer over:
Agrifirm_Grobbendonk_Albertkanaal2k

De exportfabriek van Agrifirm in Grobbendonk zal voortaan een groot deel van zijn eindproducten met de binnenvaart naar Antwerpen verschepen waarna de containers in de Scheldestad op export gaan. De veevoederproducent gebruikt hiervoor de DLCT terminal in Grobbendonk, aan het Albertkanaal, die zich op een kilometer van de fabriek bevindt.

Het binnenvaartmodel voor de 2.500 containers op jaarbasis werd uitgewerkt door adviesbureau Multimodaal Vlaanderen. “Indien deze containers leeg opgehaald zouden worden in Antwerpen, en geladen weer teruggestuurd over de E313 en de Ring van Antwerpen zou dit resulteren in 275.000 wegkilometers”, legt Willy De Decker van het adviesbureau uit.

Lagere CO2-uitstoot bij vervoer

In het huidige model worden nog maar 6.500 kilometers gereden over de weg, met een globale besparing van 268.500 kilometers als resultaat. “Samen met de uitgespaarde wegkilometers is onze maatschappelijke impact zeer relevant. Door gebruik te maken van binnenvaart wordt liefst 66 procent minder CO2 uitgestoten, wat voor Agrifirm een sterk argument is”, becommentarieert Chris Mercier, Operation Director Agrifirm EMEA.

Agrifirm_Grobbendonk_Albertkanaal

Naast de besparing in wegkilometers biedt ook de voorspelbaarheid logistieke voordelen. Zo kunnen containers op voorhand beladen worden waarna vrachtwagens deze kunnen aan- en afvoeren naar de terminal. Door gebruikmaking van binnenvaart is men niet langer overgeleverd aan de onvoorspelbaarheid van het verkeer op de E313 naar Antwerpen die bekend staat om het fileleed.

De veevoederfabrikant in Grobbendonk is gelegen aan het Albertkanaal en maakte voor de aanvoer van grondstoffen, zoals soja- en raapzaadschroot, al langere tijd gebruik van de binnenvaart. Het is daarmee geen uitzondering in de sector. “Veel veevoerverwerkers, die voor de bevoorrading afhankelijk zijn van droge bulkgoederen, zijn historisch aan het water gelegen”, vertelt Thierry Cardon, commercieel manager van Euro-Silo.

Gentse haven als draaischijf graanproducten

Euro-Silo bevoorraadt vanuit zijn logistieke site in Gent tal van veevoerbedrijven in Noord-Frankrijk, Nederland en Vlaanderen. “Graanproducten, zaden en derivaten, zoals soja- en raapzaadmeel, komen per zeeschip aan in Gent en worden in onze terminal gelost en overgeladen op binnenvaartschepen en naar verwerkers verscheept”, legt Cardon uit.

Het logistieke bedrijf behoort met een jaarlijkse overslag van 4 tot 4,5 miljoen ton aan droge landbouwbulkgoederen tot de grotere spelers in België. Behalve veevoerbedrijven belevert het ook bedrijven die producten voor humane consumptie maken en bedrijven die biobrandstof produceren. Tot 70 procent van de binnenkomende goederen wordt met binnenvaartschepen afgevoerd. “Binnenvaartschepen kunnen tot 3.000 ton meenemen. Daar heb je veel vrachtauto’s met een capaciteit van 25 ton voor nodig”, becommentarieert Cardon die stelt dat binnenvaart in dat geval goedkoper is.

Wat betreft de in België geproduceerde landbouwproducten, is het watervervoer in bulk eerder de uitzondering. Waar grote producerende landen als Oekraïne de binnenvaart en de trein gebruiken om granen naar de havens de verschepen, is dat in Vlaanderen niet opportuun. Daarvoor zijn de afstanden en volumes te klein, stellen experts.

Euro-Silo_Gent_overslag

Bietenvervoer per binnenvaart in Nederland

Toch zijn er in de nabije buurlanden wel wat kleinschalige projecten die het tegendeel bewijzen. Zo maakt de Nederlandse bietenverwerker Cosun Beet Company sinds dit jaar definitief gebruik van de binnenvaart voor een gedeelte van zijn bietentoevoer. Zo’n 270.000 ton Limburgse bieten, waaronder een klein gedeelte van Vlaamse boeren, wordt vanuit de L'Ortye Haven in Maastricht per binnenvaartschip afgevoerd naar de fabriek in het West-Brabantse Dinteloord. Hierdoor worden er volgens de bietenverwerker 15.000 vrachtwagenritten op jaarbasis uitgespaard, wat een reductie van de CO2-uitstoot oplevert.

"In België is een dergelijk vervoersmodel niet mogelijk", becommentarieert Jean-Paul Vanelderen, voorzitter van het Verbond van Vlaamse Suikerbietplanters. Hij heeft het daarbij specifiek over de Tiense Suikerraffinaderij dat geen directe toegang heeft tot binnenwateren. “Bovendien is de gemiddelde afstand van leveranciers, zo’n vijftig kilometer, te klein om binnenvaart interessant te maken.” 

Toenemende congestie en aandacht voor duurzame transportmodi spelen in de kaart van binnenvaartvervoer

Thierry Cardon - Euro-Silo

Ook Boerenbond-woordvoerder Vanessa Saenen bevestigt dat de binnenvaart minder belangrijk is voor het transport van verse landbouwproducten. Het gaat daarbij om producten die vaak gekoeld getransporteerd worden en die veelal binnen een straal van 300 kilometer verwerkt worden. Vervoer per vrachtwagen is daarbij in de meeste gevallen logischer.

Voorspoedige toekomst voor de binnenvaart

Cardon van Euro-Silo voorziet desalniettemin een groei van binnenvaartvervoer van landbouwproducten. “Door de toenemende congestie op de snelwegen wordt binnenvaart voor bepaalde trafieken een volwaardig alternatief van wegvervoer. Daarnaast is verduurzaming van de logistiek voor veel bedrijven een steeds belangrijker issue. Maar de geografische ligging van het bedrijf en aanwezigheid van binnenwateren is daarbij essentieel”, besluit hij.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek