VCM bracht experten samen rond nieuwe markten voor mest
nieuwsHet Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking (VCM) organiseerde afgelopen week in Gent een conferentie met als naam ‘Een nieuwe markt voor mest’. Doel daarvan was te verkennen hoe nutriënten uit dierlijke mest kunnen worden gerecupereerd en hoe deze nutriënten kunnen worden vermarkt als eindproduct of als grondstof voor de kunstmest- of chemische industrie.
De belangstelling voor de conferentie was groot. Volgens VCM namen 170 mensen deel, waaronder een 30-tal Nederlanders. Ter inleiding werd gepraat over de evolutie van mestverwerking in Vlaanderen en de rol die VCM daarin gespeeld heeft. Bert Bohnen, voorzitter van VCM, benadrukte dat mestafzet en mestverwerking voor de veehouder momenteel nog steeds een aanzienlijke kost betekent. De grote uitdaging vandaag ligt volgens hem in het creëren van een positieve marktwaarde voor mest en afgeleide producten.
Eerst werden de technieken besproken die vandaag reeds operationeel zijn voor het recupereren van nutriënten uit mest of uit digestaat (het restproduct na co-vergisting, nvdr.). Zo wordt in Nederland momenteel onderzocht of het praktisch haalbaar is om kunstmestvervangers te produceren uit varkensmest. Een andere mogelijkheid bestaat er in om fosfaat te recupereren uit mest en digestaat door de vorming van struviet. Dit mineraal heeft de eigenschappen van een traagwerkende N-P-meststof (stikstof en fosfaat, nvdr.) en kan momenteel reeds als secundaire grondstof in Vlaanderen afgezet worden.
Uit zure luchtwassers zou daarenboven spuiwater kunnen worden gerecupereerd. Wat de valorisatie daarvan betreft, heeft de sector echter nood aan extra onderzoek. De grote variabiliteit in samenstelling en zuurtegraad bemoeilijken immers een vlotte afzet. Een laatste recuperatiemogelijkheid waarover gesproken werd, betreft totaalverwerking van varkensmest. Daarbij worden een droge mestkorrel en loosbaar water geproduceerd.
Het tweede deel van de conferentie handelde over vermarkting van nutriëntstromen uit mest. Zo werd het potentieel van mestafgeleide en andere organische producten voor de kunstmestindustrie behandeld. Gastspreker Peter Jaeken van Belfertil kwam daarbij tot de conclusie dat dit onder de huidige technische en wettelijke voorwaarden moeilijk haalbaar is. Recycling voor de fosfaatindustrie blijkt daarentegen minder problematisch, mits voldaan wordt aan een aantal randvoorwaarden. Momenteel worden de mogelijkheden nog onderzocht.
Als laatste onderwerp kwam ‘pyrolyse’ aan bod. Via deze techniek kan volgens professor Frederik Ronse van de Universiteit Gent biochar of biokool geproduceerd worden en kan mest verwerkt worden tot bodemverbeteraar met energie als nevenproduct.
De conferentie werd afgesloten met een panelgesprek over nieuwe markten voor mest. Het panel werd bevolkt door vertegenwoordigers van de Europese Commissie, de Vlaamse overheid, de onderzoeksector, de kunstmestindustrie en de mestverwerkers. Onderwerpen die werden aangesneden, waren onder meer de afzetmogelijkheden op de particuliere markt en de vraag of subsidiëring door de overheid noodzakelijk is.
Beeld: VCM