Varkens voederen zonder soja? Het kan, maar kost meer

Welke impact heeft het voederen van sojavrij voeder op de vleesvarkensprestaties en de voederprijs? Uit een eerste proef van het demonstratieproject ‘Sojavrije varkens en kippen’ blijkt dat vleesvarkens voederen zonder soja technisch mogelijk is, maar meer kost. Bovendien is er een lagere uitbetaling met een waardeverschil van zo’n 2 euro per varken. “Varkenshouder moeten dus bijkomend vergoed worden om deze meerkost te kunnen compenseren”, klinkt het bij het Varkensloket.

18 oktober 2022  – Laatste update 18 oktober 2022 15:44
Lees meer over:
varken-1500

Europa is een grote importeur van eiwitrijke grondstoffen, in het bijzonder van soja. Hiervoor wordt regelmatig kritisch naar de veehouderij gekeken omdat de wereldwijde grote vraag naar soja geleid heeft tot grootschalige ontbossing van het amazonewoud in Brazilië. Al is er discussie of de vraag naar soja-olie dan wel de vraag naar sojaschroot de drijvende kracht is achter de ontbossing. 

Europese diervoederproducenten reageren hierop door in te zetten op duurzamer geteelde soja en/of alternatieve eiwitbronnen zoals veldbonen, lupinen, koolzaadschroot en erwten. Ook in de Vlaamse eiwitstrategie wordt gehamerd op de zoektocht naar nieuwe lokale eiwitbronnen. Een eerste varkensproef binnen het demoproject ‘Sojavrije varkens en kippen’ focuste op de vleesvarkens. In het project werd een sojavrij voeder vergeleken met een conventioneel praktijkvoeder waarin sojaschroot als eiwitbron werd ingesloten. 

Alternatieven 

Om een praktijkconform sojavrij voeder te maken, waarbij rekening wordt gehouden met alle voor- en nadelen van verschillende eiwitbronnen, werd overlegd met nutritionisten van diverse veevoederbedrijven. “Het werd meteen duidelijk dat soja niet één op één kan worden vervangen door een andere eiwitbron in het varkensvoeder”, vertelt Sarah De Smet van het Varkensloket. “Elke eiwitbron heeft immers haar eigen aminozuursamenstelling. Daarnaast bevatten plantaardige grondstoffen regelmatig anti-nutritionele factoren. Deze hebben een negatieve invloed op de spijsvertering waardoor het aandeel van deze bron best niet overdreven wordt.” Om soja te vervangen, werd een combinatie van zes sojavervangers gebruikt: aardappeleiwit, erwten, lupinen, koolzaadschroot en DDGS (bijproduct uit bio-ethanolindustrie). 

In totaal werden twaalf hokken met tien vleesvarkens (kruising van Belgische Piétrain beer en hybride zeug) opgevolgd. De helft werd gevoederd met een conventioneel praktijkvoeder met soja en de andere helft met een sojavrij voeder, beide volgens een 3-fasenvoederschema (fase 1: 25-50 kg; fase 2: 50-80 kg en fase 3: 80-115 kg). Op basis van de opgevolgde groei en het voederverbruik per hok werd de voederconversie berekend. In het slachthuis werden individuele karkasgegevens van alle vleesvarkens verzameld. 

varkensneus-1250

2 euro verschil per varken 

Het gebruik van de alternatieve eiwitbronnen heeft een prijsverhogend effect op het voeder. Zo was de voerkost in de eerste fase 15 euro per ton duurder. In de tweede fase bedroeg het prijsverschil 10 euro. In de laatste fase was er geen prijsverschil tussen het sojavrije en conventionele voeder. “Dat is vooral het gevolg van het feit dat de behoefte aan eiwit en aminozuren afneemt naarmate de varkens zwaarder worden”, verklaart De Smet. 

In de dagelijkse groei en de voederconversie tussen de vleesvarkens gevoederd met het sojavrije en het conventionele praktijkvoeder was er geen aantoonbaar verschil. De dieren haalden over het hele traject (25-115 kg) een gemiddelde groei van ongeveer 770 g/dag en een voederconversie van 2,40. Op vlak van slachtkwaliteit bleken de varkens op het praktijkvoeder een hoger slachtrendement en hogere vleesdikte te hebben in vergelijking met de sojavrij gevoederde dieren. Het slachtrendement van sojavrij gevoederde varkens ligt vermoedelijk lager doordat het maag-darmpakket zich sterker ontwikkelt door het voederen van de alternatieve grondstoffen. De invloed op de vleesdikte zou kunnen te maken hebben met een licht afwijkend verteerbaar aminozuurgehalte. Bij soja is de aminozuurverteerbaarheid beter gekend dan bij alternatieve grondstoffen. “Door deze verschillen hadden de controledieren een betere conformatie en hadden ze een grotere uitbetalingswaarde. Dit waardeverschil bedroeg zo’n 2 euro per vleesvarken”, aldus De Smet. 

Meerkost vergoeden 

De hogere voederprijzen en de lagere uitbetaling van de varkens gevoederd op het sojavrije voeder zorgen ervoor dat sojavrij voederen enkel rendabel is als de varkenshouder effectief vergoed wordt voor deze meerkost, besluit De Smet. “Daarbij willen we wel aanhalen dat soja reeds jaren in de markt zit terwijl alternatieve eiwitbronnen ook teelttechnisch nog heel wat verbeterpotentieel bezitten.” Het project wil zich in een latere fase dan ook toespitsen op de akkerbouwers die met een gerichte teeltkeuze ook een rol kunnen spelen in de voorziening van lokaal eiwit voor de dierlijke productie.


logoEU

Het demoproject werd gefinancierd door de Vlaamse Overheid met ondersteuning van Europa. Het wordt gecoördineerd door PVL, in samenwerking met ABS, ILVO, Proefbedrijf Pluimveehouderij en Inagro.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek