nieuws

Valorisatie bijproducten als biologisch voeder beperkt

nieuws
Bij de productie en distributie van biologische voeding ontstaan heel wat bijproducten die voor de biologische veehouderij kunnen gebruikt worden als diervoeder aangezien de sector een structureel tekort aan eiwitrijke voeders ervaart. Momenteel worden die bijproducten te weinig gevaloriseerd omdat er nog een aantal knelpunten uit de weg moeten geruimd worden, zoals certificering, geen scheiding van bio- en niet-bioproducten of het feit dat aanbieder en afnemer elkaar niet kennen. Dat blijkt uit een rapport opgesteld door Bio zoekt Keten in opdracht van BioForum Vlaanderen.
3 juni 2015  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:22
Lees meer over:

Bij de productie en distributie van biologische voeding ontstaan heel wat bijproducten die voor de biologische veehouderij kunnen gebruikt worden als diervoeder aangezien de sector een structureel tekort aan eiwitrijke voeders ervaart. Momenteel worden die bijproducten te weinig gevaloriseerd omdat er nog een aantal knelpunten uit de weg moeten geruimd worden, zoals certificering, geen scheiding van bio- en niet-bioproducten of het feit dat aanbieder en afnemer elkaar niet kennen. Dat blijkt uit een rapport opgesteld door Bio zoekt Keten in opdracht van BioForum Vlaanderen.

In de biologische veehouderij zijn krachtvoeders duur. Het tekort aan eiwitrijke voeders wordt er deels ingevuld door de invoer van dure soja. Nochtans zijn biologische bijproducten uit de voedingsindustrie zeer bruikbaar als diervoeder. Denk maar aan draf die ontstaat bij de productie van bier of melasse en perspulp bij de suikerproductie of wei in de zuivelindustrie. “Wij merken dat die bijproducten vaak worden afgezet als gangbaar veevoeder”, zeggen Wim Govaerts en Wim Vandenberghe, bedrijfsadviseurs van Bio zoekt Keten.

De redenen daarvoor zijn zeer divers. Vaak zijn de hoeveelheden te beperkt om relatief ver transport te verantwoorden of kennen de aanbieder en de afnemer elkaars behoefte niet. Voedingsbedrijven geven ook aan dat ze zich willen toeleggen op hun kernactiviteit en dus zijn ze nauwelijks geïnteresseerd in het proces van de bijproducten en de vermarkting ervan. Verwerkingsbedrijven scheiden ook zelden de biologische en gangbare bijproducten omdat dit duur is. Daarnaast is er ook een probleem van beschikbaarheid. Heel wat producten zijn slechts tijdelijk beschikbaar of wisselen in kwaliteit, wat veehouders in de problemen brengt.

Een ander knelpunt is de certificering van bijproducten. Willen ze gebruikt worden in de biolandbouw, dan moeten ze GMP-waardig zijn en dit vraag bijkomende investeringen en controle van het voedingsbedrijf. Ook de vorm waarin bijproducten worden aangeboden is niet altijd praktisch voor de veehouder, bijvoorbeeld een te hoog vochtgehalte of nog in consumentenverpakking. Het omzetten naar een andere vorm is vaak duur.

“Nochtans zou het inzetten van biologische bijproducten als biologisch veevoeder een win-win kunnen betekenen voor zowel voedingsbedrijven die hun bijproducten beter kunnen valoriseren, als voor veehouders die hun dieren op een meer rendabele manier kunnen voederen”, klinkt het. De bedrijfsadviseurs selecteerden daarom een aantal producten die prioritair in aanmerking komen voor betere valorisatie als diervoeder: bierdraf, persresten van fruit, okara en sojahullen, melkwei en aardappelen.

Bio zoekt Keten adviseert BioForum Vlaanderen om deze problematiek op te volgen en gerichte communicatie te voeren naar verwerkende bedrijven zodat zij geattendeerd worden op de mogelijke valorisatie van hun bijproducten. “Er kan ook een rubriek ‘Vraag en aanbod’ in het leven geroepen worden, die bedrijven concreet in contact kan brengen met veehouders”, klinkt het nog.

Meer informatie: Benutting van biologische bijproducten uit de voedingsindustrie

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek