Uitbreidende aardbeiteler pioniert met UV-robot en doordragers
ReportageAardbeienteler Hans Bevers uit Rijkevorsel was drie jaar geleden één van de eerste aardbeienbedrijven die pionierde met een UV-robot voor witziektebestrijding. Dit jaar maakt deze biologische vorm van gewasbescherming een opmars in Vlaanderen. Ook in de omschakeling naar doordragende aardbeienplanten, planten die van het voorjaar tot het najaar aardbeien kunnen geven, loopt de teler voorop. Met dit planttype slaagt hij erin de arbeidsdruk op het bedrijf beter te spreiden en zo de stijgende arbeidskosten te remmen.
Begin september kijkt aardbeienteler Hans Bevers (37) uit Rijkevorsel terug op een “redelijk” aarbeienjaar. Door het sombere voorjaar viel de productie van maart tot juni tegen, maar waren de prijzen goed. In juli, toen de temperatuur flink opliep, kwamen er meer kilo’s van zijn aardbeienplanten, maar viel de prijs tegen. “Over de middenprijs mogen wij niet klagen tot nu toe.”
Hans Bevers stapte in 2011 in het bedrijf van zijn vader, die in 1985 gestart was met tomatenteelt. Na een omschakeling naar paprika’s, maakte het bedrijf in 2012 een tweede transitie door en kwam het uit op aardbeien. “De paprikateelt was niet meer rendabel op zo’n kleine oppervlakte en er was nog potentieel voor de aardbeienteelt”, vertelt Bevers vanop de 2,5 hectare tellende serre.
Enkele jaren geleden volgde de uitbreiding op een andere locatie twee kilometer verderop met folieserres. Deze locatie van drie hectare runt de ondernemer samen met collega-aardbeienteler Hans Van Loon. “Door samen te werken, ligt de investeringsdruk enerzijds lager. Daarnaast maakt de samenwerking het ook mogelijk dat het werk verdeeld kan worden”, verklaart Bevers de bedrijfsvorm.
Veranderingen binnen aardbeienteelt
In zijn carrière van ruim tien jaar heeft hij de aardbeienteelt in de regio Hoogstraten flink zien veranderen. Zo werd er aanvankelijk vooral gewerkt met junidragers, aardbeienplanten die één teeltronde meegaan en daarna vervangen worden door andere planten. Inmiddels zijn de zogenaamde doordragende aardbeiplanten, ofwel doordragers, aan een opmars bezig. Dat is een planttype dat van het voorjaar tot het najaar in golven meerdere rondes aardbeien kan geven.
Arbeid beter spreiden
Bevers is vanaf eind maart in productie in het verwarmde gedeelte van de serre. Vier tot zes weken later dooft de productie uit en herstart de plant zijn natuurlijke cyclus om vervolgens een maand later weer in productie te komen. “Binnen enkele weken verwachten we de laatste vlucht aardbeien van deze planten”, vertelt Bevers die met verschillende plantdata en de combinatie van eenmalige junidragers en doordragers de productie probeert te spreiden om zo de arbeidspiek te verlengen.
De ondernemer heeft op het moment van het interview 15 mensen aan het werk. Een ploeg plukt in de folieserre aardbeien, terwijl een andere ploeg gewasonderhoud uitvoert aan de doordragers. “Wanneer je enkel met junidragers zou werken, moet je na elke teeltronde opnieuw opplanten. Bij doordragers kunnen de planten blijven staan, maar is er wel meer gewasonderhoud nodig. Een groot voordeel van doordragers is dat de oogst minder met pieken verloopt en de personeelsinzet beter gepland kan worden."
Van onderzoek naar praktijk
Michiel Vermeiren, commercieel verantwoordelijke zachtfruit bij Coöperatie Hoogstraten, stelt dat de doordragers mede om reden van arbeidspreiding aan een opmars bezig zijn onder alle aardbeientelers in de regio Hoogstraten. “Dat is toch wel een nieuwe evolutie in onze regio aangezien er in België en ook Nederland vooral met junidragers werd gewerkt die onderscheidend zijn qua vorm, smaak, bite en houdbaarheid."
De laatste jaren is er volgens Vermeiren door veredelaars sterk ingezet op de ontwikkelingen van nieuwe doordragerrassen die qua eigenschappen aansluiten bij de typische Hoogstraten Aardbeien. Ook op Proefcentrum Hoogstraten, het aan de coöperatie verbonden onderzoekscentrum, is en wordt nog steeds veel onderzoek gedaan naar deze doordragende planten. “Het proefcentrum doet onderzoek voor onze telers naar nieuwe rassen, technieken en innovaties voordat ze in de praktijk op grote schaal worden ingezet”, vertelt Vermeiren.
De doordragers zijn niet de enige “vruchten” die vanuit het Proefcentrum doorsijpelden naar de praktijk. Zo is er ook de UV-robot die wordt ingezet voor de bestrijding tegen meeldauw, een oprukkende ziekte in de aardbeienteelt. “De robot wordt 's nachts ingezet waarbij het UV-licht de schimmel meeldauw, ook wel de witziekte genoemd, bestrijdt”, vertelt Bevers die drie jaar geleden als één van de eerste Hoogstraten telers de robot op proef in gebruik nam.
UV-robot maakt opmars in aardbeienteelt
Drie jaar na dato heeft de robot zijn dienst bewezen en ook andere telers overtuigd. “Sinds dit jaar zijn er onder de telers van Hoogstraten al 15 in gebruik genomen en nog meer in bestelling”, aldus Vermeiren die voorspelt dat op termijn nog meer aardbeientelers overstappen op witziektebestrijding door UV-licht. “De robot is een biologisch alternatief voor chemische bestrijdingsmiddelen die steeds meer uit de markt worden genomen.”
“Wie weet kan de inzet van de UV-robot op termijn ook commercieel uitgebaat worden”, suggereert Bevers die ook op andere manieren in de teelt inzet op maximale biologische bestrijding. “Zo worden insecten als natuurlijke bestrijders ingezet tegen andere ziekten en plagen.”
De jonge Kempenaar ziet nog potentieel voor de aardbeienteelt. Volgend jaar plant hij een uitbreiding van de stellingenteelt onder folie met anderhalve hectare. Ook met deze bedrijfsuitbreiding is Bevers volgens Vermeiren representatief voor de ontwikkeling in de aardbeienteelt. “De teeltoppervlakte stabiliseert al enkele jaren rond 900 hectare, maar het aantal bedrijven neemt licht af. Oudere telers gaan met pensioen, anderen breiden uit.”
Najaarskers op de taart
Begin september ziet het er goed uit voor de najaarsproductie. Anders dan andere jaren is er nog nauwelijks productie in Griekenland door het te warme weer, terwijl ook de vollegrondsteelt in Duitsland vroeger is uitgedoofd. Daardoor zou de prijs kunnen oplopen. “Maar de komende productie is sterk afhankelijk van het weer”, vertelt Vermeiren, die in het najaar veel met Engelse klanten te maken heeft. “In het najaar zijn er te veel aardbeien voor de lokale Belgische markt en gaat een groot deel van de productie naar Engeland”, verklaart hij.
Hoewel Bevers de toekomst van aardbeienteelt rooskleurig inziet, zet hij niet al zijn geld in op de zachte zoete vrucht. Volgend jaar staat de inplanting van twee hectare pruimenbomen op het programma die een jaar later in productie zullen komen. “We hebben nog geen pruimenteelt bij Hoogstraten, het is afwachten of het een succes wordt”, besluit de teler bescheiden.