Strengere GLB-regels: Landbouwsteun beperkt tot bedrijven met zaakvoerders zonder rustpensioen

Al sinds 2023 geldt een nieuwe definitie voor ‘actieve landbouwer’ voor maatregelen binnen het GLB en bij zorgboerderijen. Om steun te ontvangen moet de ‘actieve landbouwer’ voldoen aan vier basisvoorwaarden, die terug te vinden zijn in de infofiche actieve landbouwer van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. In het kort:

1. Beschikken over een Belgisch BTW-nummer met een NACEBEL-code die duidt op een landbouwactiviteit

2. Beschikken over een standaardverdiencapaciteit (SVC) van minstens €7.500 (voor bio en instromers geldt een verlaagde grens van €3.000).

3. De BTW uitgaande handelingen (bedragen exclusief BTW) ten gevolge van landbouwactiviteiten bedragen minstens een derde van de uitgaande handelingen van alle economische activiteiten van uw onderneming. Als u valt onder de bijzondere BTW-landbouwregeling (ook gekend als het BTW-landbouwforfait), al dan niet in combinatie met een andere regeling voor dezelfde onderneming, bent u van deze voorwaarde vrijgesteld. Ook als u gestart bent vanaf 01/01/2022, is er een uitzondering voorzien.

4. De landbouwer of een aan de landbouwer verbonden onderneming is geen overheidsinstelling, erkende terreinbeherende natuurvereniging, universiteit of hogeschool.

Vanaf 2025 wordt hier een extra voorwaarde aan toegevoegd. “De bijkomende voorwaarde stelt dat er binnen het landbouwbedrijf minstens één bedrijfshoofd, zaakvoerder, lid, vennoot of bestuurder moet zijn die geen rustpensioen ontvangt. Een landbouwbedrijf waarbij alle zaakvoerders een rustpensioen ontvangen, komt dan ook niet meer in aanmerking voor steun”, zo meldt het Agentschap in een persbericht.

Vanaf de ingang van het nieuwe jaar zullen landbouwbedrijven moeten voldoen aan alle vijf criteria van ‘actieve landbouwer’. Wanneer aan één voorwaarden niet wordt voldaan, wordt het bedrijf binnen de GLB-context beschouwd als niet-actief en hierdoor zal de onderneming niet op steun van het GLB kunnen rekenen. Voor de areaal- en diergebonden maatregelen wordt de nieuwe voorwaarde gecheckt op de uiterste wijzigingsdatum van de verzamelaanvraag. Voor andere maatregelen, zoals VLIF en kennisportefeuille, moet de landbouwer voldoen aan de voorwaarden, zowel op het moment van de steunaanvraag als op bij de betalingsaanvraag. Ook voor zorgboerderijen gaat de nieuwe voorwaarde voor subsidie in vanaf 1 januari 2025. Voor beheerovereenkomsten en de agromilieuklimaatmaatregel voor het behoud van lokale veerassen is het echter niet vereist om de aan de vijf criteria van ‘actieve landbouwer’ te voldoen om subsidie te ontvangen.