Stikstofdecreet heeft verregaande gevolgen bij overdracht van NER

nieuws

Door het stikstofdecreet wordt het aantal volledige overdrachten van nutriëntenemissierechten (NER) sterk gereduceerd. Op veel meer overdrachten, bijvoorbeeld tussen familieleden in tweede lijn, geldt een afroming van 25 procent. Ook voor vennootschappen zijn er verregaande gevolgen wanneer zij verschuivingen doorvoeren op vlak van bestuurders of aandeelhouders. Dat zegt adviesbureau DLV.

10 juni 2024 Griet Lemaire
Geetbets_natuurgebied_Aronst Hoek_familie Es

Wat zijn nutriëntenemissierechten?

Sinds 1 januari 2007 heeft elke veehouder nutriëntenemissierechten nodig om dieren te houden. Dit zijn individuele verhandelbare rechten die op basis van mestproductie bepalen hoeveel dieren het bedrijf mag houden. Met dit systeem van verhandelbare rechten wil de overheid het mestoverschot beperken door een stijging van het aantal dieren te voorkomen, maar zonder afbreuk te doen aan de groeikansen van individuele bedrijven. “Iedere landbouwer krijgt de verantwoordelijkheid om de nutriënten van zijn bedrijf correct te beheren. Dat betekent dat de landbouwer ervoor moet zorgen dat hij voor een bepaald jaar niet meer dierlijke mest produceert dan toegelaten volgens zijn nutriëntenemissierechten”, stelt VLM.

De nutriëntenemissierechten worden uitgedrukt in NER-D, waarbij de D staat voor dieren. Er zijn vier soorten NER-D: NER-Dr (runderen), NER-Dv (varkens), NER-Dp (pluimvee) en NER-Da (andere). Daarnaast zijn er ook vrij invulbare NER-D en vaste NER-D. Zoals het woord insinueert, kunnen met vrij invulbare NER-D alle diersoorten gehouden worden, met vaste NER-D is dat niet mogelijk, die zijn gebonden aan een diercategorie. Tot slot bestaan er ook NER-MVW: nutriëntenemissierechten na bewezen mestverwerking. Deze rechten werden in het leven geroepen in 2008 om landbouwers de kans te geven hun veestapel uit te breiden mits zij de mest van die dieren lieten verwerken. NER-MVW zijn enkel overdraagbaar naar andere landbouwers als alle NER worden overgedragen én de overnemer de verwerkingsplicht overneemt. Om te voorkomen dat de veestapel verder groeit, heeft de Vlaamse regering in het najaar van 2021 beslist om het systeem van NER-MVW op te heffen.

Overnames in familieverband

De reductie van nutriëntenemissierechten bij de overdracht van een veebedrijf is niet nieuw. Ook voor het stikstofdecreet van kracht werd, werd in verschillende gevallen een reductiepercentage van 25 procent toegepast op NER-D bij de overdracht van een bedrijf. Volgens het stikstofdecreet zijn de uitzonderingen op die regel echter veel beperkter geworden.

Zo werden in het verleden overnames in familieverband, of het nu gaat tussen echtgenoot en echtgenote, tussen bloed- en aanverwanten in eerste lijn (bvb. zoon, kleindochter, vader, grootmoeder) en tussen overnames in tweede graad gespaard van die reductiemaatregel. Nu geldt dit niet langer voor overnames in tweede lijn. “Dus wanneer een veehouder zijn bedrijf overlaat aan een broer, zus, schoonbroer, schoonzus, schoondochter of schoonzoon dan wordt het reductiepercentage voortaan wel toegepast”, stelt Isabelle Vermander van DLV.

Ook overnames waarbij gekozen wordt om 25 procent van de mest te verwerken, zijn niet langer mogelijk. Hetzelfde geldt voor startende landbouwers. Wanneer een overlater zijn bedrijf overlaat aan een kandidaat-landbouwer die nog geen eigen landbouwbedrijf heeft en die jonger is dan 40 jaar, de zogenaamde eerste installatie, werd er vroeger geen 25 procent van NER-D geannuleerd. Dat is sinds het in voege gaan van het stikstofdecreet wel het geval.

Dat er meer dan in het verleden strikter wordt omgegaan met nutriëntenemissierechten in het kader van bedrijfsovernames, heeft ook een belangrijke implicatie voor het onderscheid tussen vrije en vaste NER-D. Het is zo dat alle NER-D die worden overgelaten en waar een afroming op geldt, geen vrije invulling meer hebben maar een vaste invulling krijgen. Dat geldt zowel voor overnames in tweede lijn zoals tussen broers of zussen of tussen ouders en schoonkinderen, maar ook voor nieuwe starters.

“Vroeger konden starters kiezen voor de goedkoopste NER-D in de markt, los van de diercategorie. Zo was het bijvoorbeeld mogelijk om vrije varkensrechten aan te kopen en die te gebruiken voor het houden van runderen”, vertelt Jan Peeters van DLV. “Vandaag kan dat niet meer. Dat is contradictorisch: Europese overheden maken massaal geld vrij om jonge boeren te steunen, maar hier zien we dat de Vlaamse regering onnodig de prijs opdrijft voor jonge starters om productierechten te verwerven.”

Europese overheden maken massaal geld vrij om jonge boeren te steunen, hier zien we dat de Vlaamse regering onnodig de prijs opdrijft voor jonge starters om productierechten te verwerven

Jan Peeters - DLV

Overnames van natuurlijke personen naar vennootschappen

De principes die gelden voor overname in familieverband zijn ook door te trekken naar overnames tussen natuurlijke personen en vennootschappen. “Wanneer een eenmanszaak zijn rechten overdraagt naar een vennootschap waarbij de landbouwer zelf bestuurder en aandeelhouder is, geldt er geen reductie. Ook niet als de bestuurder en aandeelhouder een verwant is in de eerste lijn”, verduidelijkt Peeters.

Hij wijst erop dat verwantschap daarbij telkens bekeken wordt op twee niveaus: het dagelijks bestuur en de aandeelhouders. Draagt diezelfde landbouwer zijn rechten over naar een vennootschap waarbij hij zelf bestuurder is en zijn schoonzoon (verwant in de tweede lijn) 50 procent van de aandelen heeft of medebestuurder wordt, dan worden de NER 25 procent gereduceerd. Bedraagt de overdracht van de aandelen of deelname in het bestuur 20 procent of minder, dan kan er vrij geschoven worden zonder reductie. De landbouwer moet dus telkens 80 procent van de aandelen in handen houden om reductieloos te kunnen overlaten.

Bovendien is zo’n reductie niet eenmalig. Dus stel dat de landbouwer in ons voorbeeld eerst zijn schoonzoon medevennoot maakt met een aandeel van 50 procent, dan worden de nutriëntenemissierechten met 25 procent afgeroomd. Gaat die landbouwer twee jaar later op pensioen en wordt de schoonzoon zaakvoerder, dan geldt een nieuwe reductie van 25 procent.

Overnames van bestaande vennootschappen

In het verleden is er nooit een reductie geweest als er in bestaande vennootschappen wijzigingen plaatsvinden op vlak van bestuurders of aandeelhouders. Dat verandert nu. Zo moet elke wijziging op vlak van bestuurders of aandeelhouders van vennootschappen gemeld worden aan de Mestbank binnen de 90 dagen. Als er geen verwantschap in de eerste lijn kan worden aangetoond of het gaat niet om een overname tussen echtgenoten, dan wordt dit beschouwd als een externe overname van NER-D en worden ze gereduceerd met 25 procent. Bovendien worden vrije NER-D op dat moment opnieuw vast en kunnen ze enkel gebruikt worden voor de huidige diercategorie.

“Dat is zeer ingrijpend”, meent Peeters. “Zeker voor bedrijven die werken met een holdingstructuur, zoals bij grote veebedrijven wel vaker het geval is, geldt gegarandeerd een reductie van 25 procent omdat de ene vennootschap nooit een verwantschap kan aantonen met een andere vennootschap. Dat zijn rechtspersoonlijkheden.” DLV concludeert dat de nieuwe regels het zeer moeilijk maken om een gezonde juridische structuur op te zetten om de generatiewissel bij landbouwbedrijven te faciliteren, en verlies aan kostbare NER-D te vermijden.

Afroming slapende nutriëntenemissierechten

Tegen eind juni zal de Mestbank communiceren over de afroming van de slapende NER, zoals in het stikstofdecreet is aangekondigd. Die communicatie zal gebeuren via het Mestbankloket en niet per brief, waarschuwt DLV. Landbouwers zullen dus alert moeten zijn, want als ze niet akkoord zijn met deze afroming moeten ze daar tijdig bezwaar tegen indienen.

Slapende nutriëntenemissierechten zijn NER-D die gedurende de kalenderjaren 2020, 2021 en 2022 niet zijn ingevuld. Concreet wordt voor elk van deze drie jaren het aantal ingevulde nutriëntenemissierechten bepaald. Vervolgens wordt het gemiddelde van die drie getallen genomen. De gemiddelde invulling, die wordt uitgedrukt in aantal NER-D, wordt vervolgens met tien procent verhoogd. Ligt dat cijfer lager dan het totale aantal NER-D van een bedrijf, dan wordt het verschil afgeroomd. De landbouwer krijgt een vergoeding van één euro per initieel nutriëntenemissierecht dat van rechtswege geannuleerd werd.

Die afroming gaat met terugwerkende kracht in vanaf 1 januari 2024. Volgens het stikstofdecreet moest de Mestbank de betrokken landbouwbedrijven uiterlijk voor 1 september 2024 op de hoogte stellen van deze afroming. Navraag bij de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) leert dat dit normaal gezien tegen eind deze maand zal gebeuren.

Partijprogramma's uitgespit: stikstof en vergunningen
Uitgelicht
Na twee intense landbouwdebatten is het onmiskenbaar: landbouw is dit jaar een cruciaal verkiezingsthema. VILT dook in de partijprogramma’s van alle Vlaamse politieke partijen...
23 mei 2024 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek