nieuws

Sterke stijging globaal nutriëntenoverschot tegen 2050

nieuws
Het nutriëntenoverschot neemt tegen 2050 wereldwijd sterk toe. Die verwachting spreekt het Nederlands Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit. Intensivering van veehouderij kan samen met het beter benutten van dierlijke mest voor gewasproductie en het reduceren van nutriënten in veevoeder soelaas bieden.
7 juni 2011  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:15
Lees meer over:

Het nutriëntenoverschot neemt tegen 2050 wereldwijd sterk toe. Die verwachting spreekt het Nederlands Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit. Intensivering van veehouderij kan samen met het beter benutten van dierlijke mest voor gewasproductie en het reduceren van nutriënten in veevoeder soelaas bieden. Voor landen met weinig natuurlijk grasland is de productie van kip en varken meer nutriëntenefficiënt dan rundvlees.

De landbouw in geïndustrialiseerde landen laat grote overschotten van stikstof zien, terwijl de gewasonttrekking van fosfaat ongeveer gelijk is aan de toegediende kunstmest. Hierdoor komen steeds grotere hoeveelheden stikstof en fosfaat in de bodem en het oppervlaktewater terecht, waarschuwen de de onderzoekers. In Azië, waar wereldwijd de grootste hoeveelheid kunstmest wordt gebruikt, zijn er grote overschotten van zowel stikstof als fosfaat, verklaren de onderzoekers. In Afrika en Zuid-Amerika zijn in veel landen juist tekorten, wat tot op heden nog leidt tot uitputting van de bodem.

Vaak wordt het toenemend kunstmestgebruik als oorzaak gezien van de grotere stikstof- en fosfaatstromen in de landbouw. PBL komt echter tot de vaststelling dat 30 procent van de cultuurgrond gebruikt wordt voor de proudctie van veevoeder. Dat vergt een naar schatting even groot aandeel van het wereldwijde kunstmestverbruik. De nutriënteninhoud van dierlijke mest overtreft bovendien de hoeveelheid stikstof en fosfaat die globaal via kunstmest wordt toegediend. Bijgevolg concludeert PBL dat veehouderij en niet gewasproductie het nutriëntengebruik in de landbouw stuwt.

Tussen 2000 en 2050 zet de trend die sinds 1950 is ingezet zich voort: de groeiende wereldbevolking die een eiwitrijker dieet nuttigt, zorgt voor een grotere vraag naar voedsel. Daardoor neemt ook de veestapel toe, wat het stikstof- en fosfaatoverschat tegen 2050 met respectievelijk 23 en 54 procent doet toenemen in het referentiescenario. De overschotten kunnen worden beperkt door intensivering van de veehouderij, het beter benutten van dierlijke mest voor gewasproductie en het afstemmen van de mineralengift in veevoeder op de behoefte van de dieren, oppert PBL. Wanneer alle maatregelen gecombineerd worden, daalt het wereldwijde stikstofoverschot met 12 procent en het overschot aan fosfaat met 20 procent.

Het overschakelen van rundvee- naar pluimveehouderij kan het overschot nog verder terugdringen omdat de stikstofuitscheiding per kg kippenvlees maar één tiende is van de uitscheiding voor eenzelfde hoeveelheid rundvlees. De veehouderij toespitsen op varkenshouderij heeft een vergelijkbaar effect omdat ook varkensvlees stikstofefficiënter is wanneer het uitgedrukt wordt per kg vlees. De onderzoekers waarschuwen dat deze optie enkel aantrekkelijk kan zijn voor regio's met intensieve veehouderij en intensief uitgebaat grasland. "Regio's met veel natuurlijk grasland zijn meer geschikt voor rundvleesproductie omdat de gronden meestal niet geschikt zijn voor gewasproductie", aldus PBL.

Meer info: Exploring global changes in nitrogen and phosphorus changes in agriculture

Bron: eigen verslaggeving/Boerenbusiness

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek