Sterke daling visaanvoer in kusthavens

De dalende aanvoer resulteerde ook in een omzetdaling van 28 procent. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van landbouw die donderdag werden bekendgemaakt.

In vergelijking met april 2000 werd 551 ton vis minder aangevoerd. Toch werd nog 700 ton vis aan land gebracht in de vismijnen van Oostende, Zeebrugge en Nieuwpoort.

Het kabeljauwaanbod daalde met 63 procent, de aanvoer van schol verflauwde met 150 ton tot 77 ton. De tongaanvoer daalde met 30 procent tot 198 ton.

"De aanvoerdaling is te wijten aan de stilligregeling waarmee de Belgische vloot te kampen had in maart en april", zo weet Luc Corbisier, directeur van de rederscentrale in Oostende. "Die regeling bepaalde dat een kwart van de Noordzee voor de visvangst werd gesloten om de vissen te laten paaien. Ons land koos voor de stilligregeling omdat ze zo nog Europese steun kon genieten. Vooral de schepen boven 300 pk werden getroffen. 65 van de 125 schepen bleven in maart of april langs de kant", aldus Corbisier.

De omzet of besomming in de vismijnen liep terug met 28 procent tot 139 miljoen frank. Dat is 55 miljoen frank minder dan in april 2000. De besomming van tong, schol en kabeljauw verminderde met respectievelijk 12, 53 en 58 procent.

De gemiddelde prijs voor een kilo vis in de vismijn steeg wel tot 200 frank per kg, maar dat was duidelijk niet voldoende om de verminderde aanvoer te compenseren.