Reeks impact stikstofakkoord: "Timing van 2030 is onrealistisch"

Melkveehouder Thomas Linssens had plannen om zijn bedrijf in Kinrooi, dat over twee locaties verdeeld is, te verenigen op één locatie. Deze plannen vallen met de huidige stikstofplannen in het water. De 40-jarige melkveehouder zit vlakbij een natuurgebied en door de oranje status is een uitbreiding uitgesloten. Voor de rest lijkt de impact op het bedrijf, dat 580 melkkoeien telt en dat hij met twee andere vennoten uitbaat, vooralsnog beperkt. “We hadden geen plannen voor uitbreiding.”

16 augustus 2022  – Laatst bijgewerkt om 30 augustus 2022 17:02
Lees meer over:
thomaslinssensstikstofmelkvee

Welk bedrijf baat je uit?

Thomas Linssens: "Wij hebben een melkveebedrijf met 580 melkkoeien dat we met drie vennoten, mijn oom Jan Linssen en Kurt Beckers en ik, uitbaten. Ik heb een vrouw en vier kinderen en in 2010 ben ik samen met Kurt in het bedrijf van mijn oom en tante gestapt. Ons bedrijf is gelegen aan het natuurgebied Jagersborg en ligt dus ook tegen de Brand, een ander natuurgebied in Kinrooi, en is verdeeld over twee locaties die op anderhalve kilometer van elkaar liggen. Op de tweede locatie is het jongvee ondergebracht."

"Onze vergunning dateert van 2012 en sinds 2015 is onze uitstoot niet meer gestegen. Groei van het bedrijf is zeker geen doel op dit moment. Onze stal dateert van 2012 en kan nog jaren mee. Door het finetunen van de bedrijfsvoering proberen we de prestaties van het melkvee nog aan te scherpen bijvoorbeeld op het gebied van melkgift."

Eerst moet de overheid haar huiswerk goed maken en een waardige PAS-lijst opstellen, alvorens ik mijn eigen huiswerk kan doen

Thomas Linssens - Melkveehouder

Welke impact heeft het stikstofakkoord op je bedrijf?

Thomas Linssens: "Wij hadden de ambitie om de jongveestal naar ons hoofdbedrijf in Kinrooi te verhuizen. Voor beide locaties hebben we een afzonderlijke milieuvergunning op zak. Omdat wij als oranje bedrijf geen kans hebben om uit te breiden, lijkt het uitgesloten dat deze bundeling van activiteiten mogelijk is. Dit terwijl de bedrijven eigenlijk maar anderhalve kilometer van elkaar liggen en het voor de gezamenlijke stikstofemissie feitelijk niet heel veel uitmaakt."

"Daarnaast zullen een aantal van onze percelen (ze hebben in totaal 250 hectare, red.) vervroegd onder nulbemesting vallen, maar dit is te overzien. Omdat wij geen noodzaak hebben om te groeien, is de impact relatief beperkt. We hebben drie stallen en in één van deze stallen hebben we vorig jaar een mestschuif geïnstalleerd. Omdat deze voor een reductie van 15 procent op de PAS-maatregelenlijst staat, betekent dit dat wij feitelijk al aan onze verplichtingen voldaan hebben."

"Moeten we nog verdere reducties realiseren, dan weet ik nog niet welke technieken wij kunnen toepassen. Eerst moet de overheid haar huiswerk goed maken en een waardige PAS-lijst opstellen, alvorens ik mijn eigen huiswerk kan doen. Momenteel worden er maar een beperkt aantal maatregelen erkend en zijn er voor de jongveestallen helemaal geen mogelijkheden."

"Ook de timing 2030, met 2026 als tussentijds evaluatiemoment, is onrealistisch. Voordat nieuwe technieken erkend zijn, zijn we jaren verder. Vervolgens moeten we nog een vergunningstraject in, prijsoffertes vragen en eventueel in gesprek met de bank voor financiering. Daarna moet je nog een bouwbedrijf of leverancier vinden voor het project. Wij hadden vorig jaar in augustus een koeltank besteld en die is pas eind juni van dit jaar opgeleverd."

De duidelijkheid en keuzevrijheid ontbreekt op het moment volledig en rechtszekerheid is ver te zoeken. Dat baart zorgen voor de toekomst

Thomas Linssens - Melkveehouder

Hoe kijk je naar de toekomst?

Thomas Linssens: "Alhoewel voor ons bedrijf de impact te overzien lijkt, zitten collega-boeren wel met grote problemen. Voor sommige bedrijven is een uitbreiding of modernisering wel noodzakelijk, hoewel er ook alternatieven zijn zoals korteketenverkoop. Het huidige plan resulteert volgens mij niet in de beoogde vermindering van de veestapel, maar tot een verschuiving ervan. Veebedrijven in Limburg en de Antwerpse Kempen worden veel zwaarder geraakt en zullen vee moeten inleveren. Bedrijven in Oost- en West-Vlaanderen hebben daarentegen wel mogelijkheden om uit te breiden."

"Daarnaast vind ik het ook krom dat er voor de melkveehouderij op sectorniveau een reductie van meer dan 20 procent gevraagd wordt, en op stalniveau een minimale inspanning van 5 procent. Niemand weet hoeveel (oudere) boeren er gaan stoppen. Dit kan tot gevolg hebben dat bedrijven minder reduceren dan ze eigenlijk zouden moeten of kunnen. Hier kunnen andere bedrijven de dupe van worden die wel serieuze inspanningen hebben geleverd. Deze kunnen in 2026 gekort worden op NER's (nutriëntenemissierechten, red.) omdat de sectordoelstellingen niet behaald zijn."

"Men had beter voor een soort van emissierechtensysteem kunnen opteren op basis van NER's. Dan hadden veehouders duidelijkheid over hoeveel reductie zij moeten realiseren en hoe ze dit kunnen bereiken. Als je geen mogelijkheden hebt om technieken toe te passen of vee in te leveren, kun je bijvoorbeeld ook rechten bijkopen. Deze duidelijkheid en keuzevrijheid ontbreekt op het moment volledig en rechtszekerheid is ver te zoeken. Dat baart zorgen voor de toekomst."

"Wat me ook stoort is dat er alleen maar naar de doelstellingen van 2030 is toegewerkt, terwijl er nog gereduceerd zal moeten worden tegen 2045. Dat betekent dat de discussie op tafel blijft liggen, met de negatieve beeldvorming over onze sector tot gevolg."

Reeks impact stikstofakkoord: “In mijn droombeeld hangt bij iedere burger de boerenzakdoek uit”
Uitgelicht
Ton van Limpt is tweede generatie varkenshouder in Weelde. In 2018 stapte hij over naar het Beter Leven Keurmerk en heeft sindsdien een aantal slapende NER-D's (nutriëntenemis...
8 augustus 2022 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek