Rusland vreest inflatie na opheffen exportverbod graan

Op 1 juli heft Rusland het exportverbod voor tarwe op. De regering ziet hierin een risico verscholen voor de al hoge inflatie zodat staatssecretatis voor Economische zaken Andrei Klepach op een mechanisme broedt om de binnenlandse prijzen voor graan te beheersen. Het verschil tussen de binnenlandse tarweprijs en de prijs op de wereldmarkt is volgens Klepach opgelopen tot meer dan 100 dollar per ton.

Staatssecretaris Klepach verklaarde aan de Russische pers dat de regering het niet zal accepteren dat de graanprijzen de inflatie naar een hoogte stuwen die destabiliserend kan werken. De Russische inflatie lijkt dit jaar uit te komen op 9,7 procent, wat duidelijk meer is dan de doelstelling om de inflatie onder de zeven procent te houden. Wanneer de inflatie sneller stijgt dan de lonen, verliezen mensen koopkracht en neemt de kans op sociale onrust toe. Dat wil Rusland absoluut vermijden aangezien eind 2011 parlementsverkiezingen worden gehouden, gevolgd door presidentsverkiezingen.

Het exportverbod voor granen is in augustus 2010 ingesteld omdat een hittegolf misoogsten veroorzaakte die de binnenlandse voorraden uitgeput hebben. Wanneer de grenzen opengaan, wordt volgens persbureau RIA Novosti direct 10 miljoen ton graan voor export gereed gemaakt. Dat zal de wat krappe wereldmarkt voor graan ademruimte geven, maar tegelijk de prijzen in Rusland voor graanproducten, maar ook vlees, doen oplopen. De voorzitter van de Russische Centrale Bank Sergei Ignatiev noemt de opheffing van het tarwe-exportverbod het enige risico voor de inflatie.

Welk prijsdempend mechanisme Klepach, een macro-econoom, in gedachten heeft, is niet bekend. Mogelijk wordt gedacht aan een (tijdelijke) belasting op de export van tarwe, zoals eerder ingesteld door Argentinië en Oekraïne. Het invloedrijke Japanse handelshuis Marubeni Trading verklaart tegenover persbureau Bloomberg dat Rusland de markt niet mag confronteren met onzekerheid. Nu al zouden traders terughoudend zijn zaken te doen met Russische bedrijven omdat ze een ingrijpen in de markt vrezen.