Rietzwenkgras: veevoeder en klimaatrobuust

Onze nationale lijst van landbouwgewassen is uitgebreid met vier nieuwe rassen van de voedergrassoort ‘rietzwenkgras’. In onze streken neemt de belangstelling voor deze grassoort toe omdat ze goed bestand is tegen droogte en wateroverlast. “Met de ontwikkeling van de vier nieuwe rassen willen we een alternatief op de markt brengen voor voedergrassen die lijden onder een veranderend klimaat”, zegt Dirk Reheul, professor aan de UGent.

2 april 2021  – Laatste update 2 april 2021 12:29
Lees meer over:
rietzwenkgras-proefveld_UGent

In maritiem Europa – en dus ook in ons land - vind je voornamelijk twee andere voedergrassoorten: Engels en Italiaans raaigras. “Maar in de afgelopen droge zomers zagen we dat deze raaigrassoorten stopten met groeien en later verdorden, terwijl rietzwenkgras bleef groeien”, weet UGent professor Dirk Reheul. “Rietzwenkgras tolereert bovendien goed wateroverlast. Daarom aardt het prima in polderweiden die regelmatig overstromen. Op dit moment groeit daar vaak Engels raaigras, maar die soort kan minder goed tegen wateroverlast.”

Erkenning op de rassenlijst

Om een voedergrasras te laten erkennen, moet het op de nationale rassenlijst van landbouwgewassen komen. Daarvoor moet een nieuw ras aan twee vereisten voldoen.

Ten eerste moeten de rassen een betere cultuur- en gebruikswaarde hebben dan bestaande rassen. Dat betekent dat je moet kunnen aantonen dat de rassen waardevol zijn voor de teler en als voedergewas. De overheid controleert dat aan de hand van veldproeven van vier jaar lang op verschillende locaties in België.

Ten tweede moeten de grasrassen een eigen identiteit hebben. “Je moet als het ware het paspoort van een ras kunnen voorleggen”, verduidelijkt Reheul. “Daarin staan zijn specifieke kenmerken. Een nieuw ras moet op minstens één kenmerk verschillen van alle bestaande rassen. Die identiteit wordt gecontroleerd in Europese testcentra.”

rietzwenkgras-versus-engels-raaigras-droogte_UGent

De vier rassen van rietzwenkgras die professor Reheul ontwikkelde samen met Mathias Cougnon en hun technische medewerkers, voldoen aan de vereisten en staan nu dus op de nationale rassenlijst van landbouwgewassen. De onderzoekers verkregen bovendien als eersten van ons land het Belgisch kwekersrecht voor rassen van rietzwenkgras.

“Het kwekersrecht is een juridische eigendomstitel”, legt de professor uit. “Je kan het vergelijken met een patent, maar dan voor een plant. Iedereen die zaad van deze rietzwenkgrasrassen wil produceren, moet daarvoor toestemming hebben van de UGent.”

Op de markt brengen

De vier rassen van rietzwenkgras staan nu dus op de nationale rassenlijst voor landbouwgewassen. “Dat kan je beschouwen als een ticket om ze op de markt te brengen”, aldus Reheul. Hiervoor hebben de onderzoekers contact gezocht met bedrijven die de rassen willen vermeerderen en verkopen. “En met succes: er is belangstelling van zowel binnenlandse als buitenlandse spelers en onderhandelingen zijn gestart.”

In samenwerking met: UGent-Crelan leerstoel landbouwinnovatie

Beeld: Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen UGent

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek