Rechtbank laat koe zonder oormerk slachten
nieuwsTijdens een controle in 2002 stelde een inspecteur vast dat een koe van het bedrijf van José P. niet de beide oormerken droeg. Dankzij die oorringen is de herkomst van de dieren gekend en kan nagegaan worden of ze gezond zijn, vooraleer ze verkocht worden. De inspecteur besliste het dier in beslag te nemen om het te laten afmaken.
Daartegen verzette de landbouwer zich. Hij vertelde dat er een lijst bestond van al zijn dieren en dat men dus door eliminatie de herkomst van die ene koe kon achterhalen, en ook die van de overige runderen. De veehouder slaagde er nooit in te bewijzen dat het dier geheel gezond was en in 2002 spande het Voedselagentschap een kort geding aan tegen de man. Die rechter beval de slachting van het rund, met een dwangsom van 50 euro per dag, maar de veehouder bleef tot op vandaag zich daartegen verzetten, onder meer met het argument dat er een "gevoel was ontstaan tussen hem -of veeleer tussen zijn zoon- en het dier".
De landbouwer stond ook terecht voor vervalsingen. Hij had namelijk geprobeerd om een dubbel te bemachtigen van de identiteitskaart van de koe en om nieuwe oormerken te laten maken. In haar vonnis stelt de rechtbank maandag dat de koe moet worden afgemaakt omdat haar herkomst niet kan worden nagegaan. Over het zogenaamde gevoel voor de koe, stelde de rechtbank nog dat "dat na de feiten was gekomen".
Maar aangezien er geen antecedenten waren, vond voorzitter Coppée het opsluiten van de beklaagde niet gerechtvaardigd omdat "dat schade zou toebrengen aan het hele bedrijf". Daarom kreeg de man uitstel van straf.
Bron: Belga