nieuws

Plattelandsregio's maken topmerk van streekidentiteit

nieuws
Het Pajottenland, het Meetjesland en de Antwerpse Kempen slaan de handen in elkaar om aan 'regional branding' te werken. Ze willen hun streekidentiteit ontwikkelen en uitbouwen als economische hefboom voor rurale ondernemers. Zes partners werken samen in het project: Streekplatform+ Meetjesland, Plattelandscentrum Meetjesland, Pajottenland+, Haviland, Boerenbond Projecten en Rurant.
6 december 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:06
Het Pajottenland, het Meetjesland en de Antwerpse Kempen slaan de handen in elkaar om aan 'regional branding' te werken. Ze willen hun streekidentiteit ontwikkelen en uitbouwen als economische hefboom voor rurale ondernemers.

De regio's willen hun streek profileren als topmerk. Daarbij vormen streekeigen karakteristieken het uitgangspunt. Het regiolabel moet het zelfbeeld van een gebied weerspiegelen en de basis vormen van het beeld dat anderen ervan hebben. 'Regional branding' vormt een eerste innovatieve benadering van de plattelandseconomie. Een label of merknaam maakt promotie mogelijk en onder die koepel kan men tal van economische activiteiten ontwikkelen. Regiobranden kan dus worden ingezet om een plattelandsgebied te helpen ontwikkelen.

De drie regio's hebben hierbij elk hun eigen behoeften. In iedere regio vormt dit project de aanzet van de uitvoering of uitdieping van een strategisch totaalplan 'regional branding'. Het project bestaat uit verschillende aspecten: kennisverwerving en -ontwikkeling, netwerkvorming, productontwikkeling en promotie. De resultaten moeten ondernemers enthousiasmeren om creatief om te gaan met streekidentiteit als instrument om een economische meerwaarde te creëren.

Zes partners werken samen in het project: Streekplatform+ Meetjesland, Plattelandscentrum Meetjesland, Pajottenland+, Haviland, Boerenbond Projecten en Rurant. Ze kunnen beroep doen op 318.560 euro steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en op 140.000 euro van de Vlaamse overheid. Daarnaast steunen de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant het project voor 179.000 euro. De partners zelf brengen gezamenlijk 158.650 euro in.(KS)

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek