Plattelandsinnovatie in de lift: Al 175 LEADER-projecten goedgekeurd
nieuwsSinds de start van het GLB 2023-2027 werden al 175 LEADER-projecten goedgekeurd. Dit zijn projecten voor plattelandsinnovatie, bedacht en uitgewerkt door de lokale actoren. “We werken met een bottom-upstructuur”, zegt coördinator Wouter Peeters. “Het mandaat om te beslissen wat waardevol is voor de lokale gemeenschap, wordt aan die lokale gemeenschap zelf gegeven.” In totaal zijn de reeds bevestigde LEADER-projecten goed voor 8,9 miljoen euro subsidies van de Europese Unie, Vlaanderen en de Vlaamse provincies.
Projectaanvragen komen net zo goed van individuele burgers als van grotere structuren. Plattelandsbewoners, ondernemers, landbouwers, verenigingen en lokale besturen kunnen via LEADER zelf plattelandsprojecten lanceren. Reeds 22 procent van het totale budget van 50,5 miljoen euro voor deze LEADER-programmaperiode 2023-2027 is toegewezen. Tijdens de LEADER-dagen op 25 oktober en 22 november werden deze eerste resultaten bekendgemaakt in aanwezigheid van Vlaams minister van Plattelandsbeleid Hilde Crevits (cd&v).
“Na afbakening en de erkenning van 15 LEADER-gebieden door de Vlaamse regering in oktober vorig jaar, volgde in het voorjaar 2024 de goedkeuring van 175 LEADER-projecten met een totale subsidie van 8,9 miljoen euro. Momenteel draait ook de tweede oproep op volle toeren”, zegt Crevits.
Innovatie centraal
Maar hoe ziet die plattelandsinnovatie er concreet uit? Diverse projecten passeerden de revue. Landbouwmatig ging het bijvoorbeeld om korteketenprojecten en innovatieve teelten, zoals bataat en eendenkroos. Al gaat het platteland uiteraard veel verder dan de boeren alleen. Driekwart van de aanvragen waren niet-landbouwgerelateerd, en gingen bijvoorbeeld om projecten of evenementen met een focus op sociale verbinding binnen de lokale gemeenschap.

Antwerpen opent Plattelandslabo
24 september 2024De enige rode draad die voor alle projecten geldt, is innovatie. Maar wat die innovatie precies inhoudt, werd druk bediscussieerd. “Wanneer een gemeente bijvoorbeeld een project indient om van een ontwijde kerk een gemeenschapscentrum te maken, hebben we de neiging om dat niet te zien als innovatie”, klinkt het bij de projectleiders. “Omdat je in Europa zo tal van projecten hebt. Maar misschien is onze kijk op die manier wat te breed, want binnen een lokale gemeenschap is zo’n project net wel een grote innovatie.”
De mogelijkheden van LEADER zijn ook niet oneindig, er moet ingezet worden op innovatie en tegelijkertijd op structurele verankering. Minister Crevits pleit er dan ook voor om een duurzaam en structureel plattelandsbeleid uit te tekenen op basis van een plattelandsstrategie en plattelandspact. Minister Crevits: "Ik ben ervan overtuigd dat we onze ambities hoger moeten durven leggen als we structurele veranderingen willen teweeg brengen en evolueren naar een duurzaam plattelandsbeleid. Ons nieuw transversaal plattelandspact zal daarvoor belangrijk zijn. Ik neem hier in graag de lead en neem de voltallige Vlaamse Regering op sleeptouw"
Dorpen aantrekkelijk maken
Om het belang van LEADER aan te tonen, verwijst de minister naar het eerste plattelandsrapport van VLM. Daaruit blijkt dat de natuurlijke bevolkingsaangroei op het platteland negatief is. Met andere woorden: het geboortecijfer ligt er lager dan het sterftecijfer. Ook de vergrijzing is er een probleem. “Een nieuwe instroom door migratie uit de steden kan net helpen voorkomen dat onze plattelandsgemeenten verder vergrijzen en leeglopen”, zegt de minister. “Daarbij moeten we natuurlijk zwaar inzetten op gemeenschapsvorming zodat de dorpen een nieuwe identiteit kunnen ontwikkelen en hun vroegere levendigheid hervinden.”
Ook voor de landbouw is hier een belangrijke rol weggelegd, vindt Crevits. “Ik zie dan bijvoorbeeld een meerwaarde in het verbinden van de economische activiteiten van landbouw, toerisme en recreatie, om het platteland levendig te houden. Of de boer daar een actieve rol in moet spelen? Dat mag, maar moet niet. De hoofdactiviteit van een boer is landbouw en dat moeten we ook respecteren. Maar via verbreding kan je er wel voor zorgen dat je mensen meetrekt in je verhaal.”
Lokale landbouw
De minister verwijst bijvoorbeeld naar de toegenomen interesse sinds de coronacrisis. “Binnen maatschappelijke thema’s zoals lokale voedselproductie en klimaatverandering kan landbouw een belangrijke rol spelen”, zegt de minister. “Zeker wat betreft lokale voedselproductie hebben we een grote opstoot gezien tijdens de coronaperiode. We zijn een stukje op die golf blijven surfen, maar het is belangrijk om dat aan te houden. Dat lukt min of meer. Wat het klimaat betreft, vind ik dat de landbouw nog veel te weinig geassocieerd wordt met de cruciale rol die hij speelt. Denk maar aan wat de boeren betekenen voor het beheer van het watersysteem.”
De hoofdactiviteit van een boer is en blijft landbouw. Maar via verbreding kan je er wel voor zorgen dat je mensen meetrekt in je verhaal
LEADER-projecten zetten in op thema’s zoals innovatieve en duurzame lokale landbouwproductie en -afzet, biodiversiteit, landschapskwaliteit en leefbare dorpen. De helft van de reeds goedgekeurde projecten focust op het verbeteren van het dorpsleven. Dat varieert van investeringen in dorpsinfrastructuur tot het bevorderen van sociale cohesie en inclusie. Voorbeelden hiervan zijn de transformatie van een scoutsterrein tot een groene ontmoetingsplek, het plaatsen van boekenruilkastjes, en activiteiten voor mindervaliden en psychiatrische patiënten bij een visvijver.
Verbinding
Leefbare dorpen staan in vele dossiers centraal, toont de minister aan. “Hoe houden we ze levendig, en hoe zorgen we ervoor dat mensen goesting krijgen om ernaar te verhuizen? In de vorige legislatuur was ik bevoegd voor welzijn en hebben we een relanceproject gelanceerd, genaamd ‘Zorgzame buurten’. Daar zijn een aantal lokale producenten op afgestapt. Met hun hulp zijn er buurtwinkels ontstaan, en werd er voor de boeren een lokale afzet gecreëerd. We zouden heel graag zulke zaken structureel zien opkomen, en niet louter als deel van een project. Daarom zijn we vanuit VLM ook aan het experimenteren met onze oproep rond lokale voedselregisseurs.”
Voor Crevits is vooral ‘verbinding’ het kernwoord in een waardig LEADER-project. “Dat is ook één van de kerndoelstellingen waar Europa zich achter schaart”, zegt ze. De minister geeft nog mee dat naast het innovatiebudget van bijna 9 miljoen voor LEADER, ook het Open Ruimtefonds een bijkomende financiële injectie krijgt van 65 miljoen euro. “Dit biedt meer financiële ademruimte voor lokale besturen en kan hen helpen om hun inwoners een betere basisdienstverlening te bieden en onze dorpen aantrekkelijker te maken.”
Geld gevonden
Dit innovatiebudget was binnen het huidige Europese klimaat niet evident. “Het Europese aandeel in de subsidies is gezakt tegenover de vorige programmaperiode, van 50 procent naar 43 procent”, zegt Wouter Peeters. “43 procent van de fondsen komen nu dus uit het GLB van Europa, de overige 57 procent komt van Vlaanderen en de provincies. De GLB-verordening verplicht elke lidstaat om minstens 5 procent van elke pijler via de LEADER-methode te besteden. In Vlaanderen halen we die doelstelling ruimschoots met een goeie 8 procent.”
35 procent van het projectgeld moet uit eigen inbreng komen. Dat is een drempel, maar zo responsabiliseer je mensen om ook ‘skin in the game’ te hebben
Nog belangrijk om te weten is dat LEADER-projecten niet volledig op subsidies berusten. “LEADER dekt altijd maximaal 65 procent van de kosten”, zegt Peeters. “35 procent van het projectgeld moet uit eigen inbreng komen. Dat is een drempel, maar zo responsabiliseer je mensen om ook ‘skin in the game’ te hebben. Zij kunnen hun fondsen halen uit eigen middelen, of via bijvoorbeeld crowdfunding of steun van het lokaal bestuur.”
Microprojecten
Ook nieuw zijn de microprojecten. Zij zijn goed voor 73 van de 175 goedgekeurde aanvragen. “LEADER-projecten worden strak opgevolgd. We doen een nauwe opvolging van elke euro die wordt gespendeerd, en die moet ook gestaafd worden met het nodige papierwerk”, zegt Peeters. “Maar die administratieve last maakte dat veel particulieren en kleine burgerverenigingen niet in staat waren om zulke projecten uit te voeren. De microprojecten zijn laagdrempeliger voor lokale verenigingen, privépersonen en ondernemers. Zij hoeven hun uitgaven niet te bewijzen, enkel hun realisatie. Als hun doel dus bijvoorbeeld is om een event te organiseren, vragen we als bewijs beeldmateriaal dat aantoont dat het event is doorgegaan. Als het event aan het einde van de rit niet doorgaat, betalen we de subsidie ook niet uit. Het is dus geen gratis geld, enkel een middel om de administratieve lasten voor projecten onder 12.000 euro te verlichten.”
Voorbeelden van ingediende microprojecten zijn een fototentoonstelling over ‘landbouw en boeren-buiten’, een AI-gestuurde pratende bank voor publieke participatie en een geautomatiseerd bestelsysteem voor lokale producten.
Deelnemen
De deadline om LEADER-projecten in te dienen, is overigens nog lang niet verstreken. “Wees innovatief, deel uw kennis en inspireer elkaar”, zegt minister Crevits. “Zo bouwen we samen aan een toekomst waarin onze Vlaamse dorpen en ons platteland die prachtige oase van rust en groen blijven, maar tegelijk ook meer dan ooit een bron zijn van creativiteit, innovatie, welvaart en welzijn.”
Meer info op de website van VLM.

Bron: Eigen berichtgeving