Plannen mestexport naar Senegal waren nooit concreet

De plannen van Limburger Pierre Vanderbeuken om Vlaamse mest naar Senegal te verschepen, zijn nooit concreet geweest. Dat heeft Vlaams milieuminister Vera Dua geantwoord op een vraag van Jef Van Looy (CD&V) in de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement. Op initiatief van Vanderbeuken is ook nooit een schip met Nederlandse mest vanuit Rotterdam naar Senegal vertrokken, zoals hij beweerde.

Verschillende media berichtten de voorbije maand over het voornemen van de Limburgse postbode om Vlaamse varkensmest naar Senegal te brengen. De man had daar naar eigen zeggen tal van goede contacten.

De Vlaamse overheid hield hem echter aan het lijntje, zo zei hij. De Mestbank draalde en op diverse kabinetten (van Vlaams Leefmilieuminister Dua en minister-president Dewael) kreeg hij geen gehoor, klonk het. Hij sprak van forse tegenwerking en kondigde prompt aan dat hij dan maar naar de buurlanden zou uitwijken. Eerst zou hij Nederlandse mest via Rotterdam verschepen. Daarna luidde het dat hij met een Senegalese partner een regeling had getroffen om Vlaamse mest via de haven van Duinkerken naar Afrika te sturen. Er zou in een eerste fase sprak zijn van 70.000 ton.

Sowieso is de export van zuivere dierlijke mest naar Senegal verboden. De mest verwerken tot eindproducten (bodemverbeteraars) en die exporteren kan wel. Elke kandidaat-exporteur moet vooraf stalen van zijn eindproduct bezorgen aan de bevoegde autoriteiten in Senegal voor analyse. Als Senegal er toestemming voor geeft, kan de export overwogen worden. De exporteur moet vervolgens aan de Mestbank het bewijs van de originele invoervergunning voor dat product in Senegal afleveren.

Maar in dit geval is "nooit concreet en met originele documenten aangetoond welke mestsoort van welke bedrijven, welk eindproduct na mestverwerking of welk commercieel eindproduct (bodemverbeteraar bijvoorbeeld) zou geëxporteerd worden", antwoordde Dua in de commissie. Vanderbeuken had ook zelf geen voorraad bewerkte of gecomposteerde mest, noch was hij afgevaardigde van een commerciële firma die meststoffen produceert en verhandelt. En hij heeft nooit stalen van mest of producten bezorgd om te laten analyseren.

Het persagentschap Belga vernam dat verschillende Vlaamse firma's hem informatie over hun eindproducten hadden bezorgd, maar dat hij daar niet op inging. Op zijn initiatief is ook nooit een schip met Nederlandse varkens- en rundermest van Rotterdam naar Senegal vertrokken.

Vanderbeuken beweerde van wel. Hij had het zelfs over tevreden reacties bij de Senegalese boeren. Het Bureau Heffingen van het Nederlandse ministerie van Landbouw (de bevoegde instantie voor de transporten) heeft aan de Mestbank bevestigd dat er geen dergelijke transporten zijn gemeld.

Ook vanuit Duinkerken is geen Vlaamse mest vertrokken naar Senegal. Zelf zei Vanderbeuken daarover eind april in Het Belang van Limburg dat hij niet doorgaat met de transporten, omdat ter plaatse geruchten de ronde doen dat de mest zou vermengd zijn met besmette kippenmest. Belga vernam dat Senchim, de Senegalese mestinvoerder met wie Vanderbeuken naar eigen zeggen in zee ging, schriftelijk aan de Limburger heeft laten weten zeker dit jaar geen zaken met hem te willen doen.

Export van Vlaamse mest, ook naar niet-Europese landen, is helemaal niet uitzonderlijk. De Mestbank heeft reeds met succes enkele exporteurs geholpen met mestuitvoer naar Europese landen, maar ook naar meer exotische bestemmingen als Togo en Taiwan. De exporteurs verkiezen hun overeenkomsten echter niet rond te bazuinen.

Dua hoopt alvast dat Vlaamse mest ook in Senegal zal "De landbouwers daar beschikken meestal niet over de nodige financiële middelen om mest te kopen. Het moet mogelijk zijn om Vlaamse mestexporteurs in contact te brengen met onder andere Senegalese firma's om een gestructureerde en duurzame export uit te bouwen.

Minstens even belangrijk hierbij is het zoeken naar mogelijke retourvrachten van Senegal naar Vlaanderen", aldus Dua nog in de commissie Leefmilieu.