Parlement start discussie over toekomst landbouw
nieuwsOnder auspiciën van Vlaams milieu- en landbouwminister Vera Dua (Agalev) zetten Dirk Reheul (UG), Erik Matthijs (KUL) en Joris Relaes (Administratie land- en tuinbouw) zich aan het schrijven. In "Elementen voor een toekomstvisie m.b.t. een duurzame land- en tuinbouw in Vlaanderen" roepen de auteurs iedereen op constructief mee te denken aan een globale visie voor een duurzame Vlaamse landbouw.
"Veel te lang werden enkel bepaalde facetten - mestoverschotten, milieuverontreining - onder de loep genomen", verklaarde Relaes dinsdag in de commissie landbouw van het Vlaams Parlement.
Relaes en co laten er alvast geen twijfel over bestaan: de Vlaamse landbouw is in z'n totaliteit vandaag niet erg duurzaam. Ten eerste is hij onvoldoende economisch efficiënt: veel landbouwbedrijven lijden verlies, starters hebben het financieel steeds moeilijker, er is de enorme papierberg en de vele wettelijke verplichtingen. "Op zeer korte termijn zullen veel bedrijven verdwijnen".
Ten tweede is de Vlaamse land- en tuinbouw onvoldoende milieuvriendelijk. Wat betreft het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen en de druk van de veestapel behoort Vlaanderen wereldwijd tot de koplopers. Het mestoverschotprobleem is hier exemplarisch voor.
Tot slot mist de huidige Vlaamse land- en tuinbouw een aanvaardbaar sociaal draagvlak. Land- en tuinbouw(st)ers staan sociaal zwaar onder druk: ze kunnen de opeenvolgende crisissen (varkenspest, dioxine, BSE, mond- en klauwzeer...) niet meer aan, ze kampen met een slecht imago, er is de grote rechtsonzekerheid, de toenemende administratielast, weinig vrije tijd... "Vele landbouwers zijn sociaal geïsoleerd (...) De niet-boerende bevolking heeft nauwelijks nog contact met de landbouw en is niet of slecht op de hoogte van problemen en inspanningen die de landbouw levert om vandaag te overleven", klinkt het.
Niettegenstaande de bevolking niet echt meer weet waar boeren en boerinnen mee bezig zijn, eist ze van hen steeds meer. Daarmee komen we bij het kernvraagstuk waarmee het Europese landbouwmodel wordt geconfronteerd. "Hoe de paradox wegwerken van een samenleving die langs de ene kant via politiek, media, opiniemakers enz. pleit voor een duurzame landbouw, maar er langs de andere kant als consument nog onvoldoende toe bereid is ervoor te betalen."
Aan duurzaamheid kunnen de land- en tuinbouwbedrijven zelf werken: door samenwerking (nieuwe coöperaties, mest ruilen voor grond, werken met kwaliteitslabels) of door aanvullende bedrijfsactiviteiten (verwerking, hoevetoerisme,...).
De overheid zou van haar kant op wereldniveau kwaliteits- en milieu-standaarden kunnen afdwingen. Of, wanneer dit onvoldoende lukt, een inkomensbeleid uitwerken dat kwaliteits- en milieueisen vergoedt. Ook moet ze de consument sensibiliseren en aanmoedigen om een duurzaam koopgedrag te hanteren.
Heel concreet is de visietekst niet, "maar dat is bewust", zeggen de auteurs en Dua in koor. "Te gevoelig. Je jaagt meteen de hele sector tegen je in het harnas. We willen net allereerst iedereen achter deze globale tekst scharen".
Bron: Belga