Pairi Daiza en Waalse overheid zetten 450 zeldzame padden uit in de Ardennen
nieuwsZo’n 450 geelbuikvuurpadden zijn in een bos tussen Saint-Hubert en Nassogne in de provincie Luxemburg uitgezet. Het gaat om een project om de populatie van de bedreigde amfibiesoort te herstellen. De Pairi Daiza Foundation werkt hiervoor samen met het Waals departement Natuur en Bos en natuurorganisatie Natagora.
Kritiek bedreigd
Donderdag werden 450 padden uitgezet in het natuurgebied van Saint-Michel-Freyr, in de Waalse Ardennen. Sinds 2016 slaan de Pairi Daiza Foundation, vzw Natagora en de Waalse overheid de handen in elkaar om de geelbuikvuurpad te behoeden van uitsterving. Het zijn kleine gedrongen kikkers die amper drie tot vijf centimeter groot worden en tot de familie schijftongkikkers behoren. De paddensoort die zijn naam dankt aan zijn typerend gele onderbuik is nagenoeg verdwenen in ons land door verlies aan geschikte habitat. De geelbuikvuurpad leeft voornamelijk in natuurlijke overstromingszones van beek- en rivierdalen. Ook gecultiveerde biotopen zijn geschikt, zoals militaire oefenterreinen, plassen in bospaden, natte delen in weilanden en kleinschalige agrarische landschappen.
Het bos waar de diertjes werden uitgezet wordt onder de noemer ‘Nassonia’ beheerd door de Pairi Daiza Foundation en de Waalse overheid. Het gaat om een experiment dat het lokale ecosysteem wil herstellen. "De geelbuikvuurpad stond op het punt uit te sterven omdat zijn leefgebied verdwijnt", legt Fanny Cloutier uit, wetenschappelijk medewerkster bij de Pairi Daiza Foundation. "Zo'n 30 jaar geleden was er nog maar één populatie over, in de buurt van Sart-Tilman in Luik. De soort werd gedwongen zich aan te passen, de kans dat ze uiteindelijk zou verdwijnen was groot."
De padden zijn afkomstig uit het dierenpark Pairi Daiza, waar ze gekweekt worden. Sinds 2017 werden al zo’n 10.000 diertjes gekweekt die allemaal uitgezet werden in de natuur. Zo werd een deel van de kritiek bedreigde paddensoort vrijgelaten in het militaire domein van Marche-en-Famenne. "We zetten de dieren uit in hun natuurlijke omgeving: in beboste valleien met omgevallen bomen en tijdelijke poelen. Uit genetisch onderzoek weten we dat de padden zich in beboste gebieden beter kunnen aanpassen aan temperatuurschommelingen", besluit Cloutier. De uitgezette padden krijgen een markering zodat onderzoekers ze later kunnen monitoren.

Bron: Belga / Eigen berichtgeving
Beeld: Pairi Daiza