Paddenstoelenteler maakt akkerbouwer blij met restsubstraat

Paddenstoelenteler Koert Pleunis vestigde zich vier jaar geleden als één van de eerste ondernemers op het agrarische bedrijvenpark Agropolis in Kinrooi, Limburg. Daar hoopt hij de komende jaren op synergie met andere landbouwbedrijven, terwijl hij nu al een lokale boer verblijdt met zijn substraatreststromen. Verder probeert de teler van exclusieve soorten zich meer te richten op paddenstoelen die voor medische doelstellingen ingezet worden. “Ik wil naast de versmarkt andere afzetmogelijkheden hebben om zo de risico’s te spreiden.” Net als champignontelers gaat Pleunis gebukt onder de sterk gestegen kosten. “Gelukkig zit er op onze paddenstoelen iets meer marge waardoor wij het wel uit kunnen zitten.”

4 december 2022  – Laatst bijgewerkt om 4 december 2022 20:03
Lees meer over:
S-DSC02715-Pleunis

De centrale gang op het paddenstoelenbedrijf Pleunis Biochamp is overladen met karren vol met restsubstraat. De shiitakes zijn juist geplukt en het substraat, waar de paddenstoelen hun voetjes nog uitsteken, maakt zich op voor een tweede leven. Het vertrekt binnenkort naar de naburige akkerbouwer Leo Henckens die het restproduct over zijn veld uitstrooit. Het substraat is juist geruimd in één van de 14 teeltcellen waar zes verschillende soorten paddenstoelen worden geteeld.

Het paddenstoelebedijf is gevestigd op het agrarische bedrijvenpark Agropolis waar ondernemers met een innovatief landbouwidee of -concept terecht kunnen. Koert Pleunis (42) woont in Stramproy, net over de grens in Nederland, en heeft als zoon van Nederlandse champignontelers diepe roots in de paddenstoelensector. “Van kinds af aan werk ik in de champignons en na verloop van tijd heb ik mijn eigen weg gekozen.” 

Deze weg leidde naar een niche binnen paddenstoelen, zoals de shiitake, maitake, shimeji (Beukenzwam), koningsoesterzwam en pruikzwam. “Ik had minder met de champignonteelt waar je massaproductie moet draaien om alleen maar uit de kosten te kunnen komen. Bij die teelt is ook veel personeel vereist en ook daar had ik niet veel zin in”, vertelt Pleunis die in 2009 voor zichzelf begon in een aantal leegstaande cellen van een champignonteler in Nederlands Limburg. 

S-DSC02754
S-DSC02830

Synergievoordelen op Agropolis

Toen de verhuurder zijn ruimte weer opeiste, zocht Pleunis een nieuw onderkomen voor zijn paddenstoelen en belandde net over de grens in België. “Aanvankelijk heb ik erover gedacht om weer te huren, maar uiteindelijk heb ik gekozen voor een nieuwbouw op Agropolis. Eén van de voordelen was dat ik niet hoefde te investeren in grond. Het was al moeilijk genoeg om een lening voor de nieuwbouw te krijgen.” Hij beschikt via erfpacht over zijn perceel van 6.000 vierkante meter en hoefde hiervoor dus geen lening aan te gaan.

Op lange termijn ziet de ondernemer ook synergievoordelen die op Agropolis kunnen ontstaan als er zich meer bedrijven vestigen. Momenteel wordt het warmtenet van het agrarische industrieterrein gevoed door een fossiele stookinstallatie, maar op termijn zou deze kunnen draaien op restwarmte van een ander bedrijf. “Bijvoorbeeld de WKK van een glastuinbouwbedrijf”, vertelt de paddenstoelenteler die op dit moment wel al andere Agropolis-bedrijven, zoals akkerbouwer Leo Henckens, laat profiteren van zijn aanwezigheid door het restsubstraat beschikbaar te stellen.

S-DSC02743
S-DSC02768

Voor Agropolis sluit de paddenstoelenteler naadloos aan op de filosofie van de incubator. “Wij willen innovaties in de landbouw stimuleren, nieuwe producten kunnen ook innovatief zijn. Bij bulkgoederen heeft de boer vaak geen controle over de prijs, terwijl dat bij nicheproducten vaak wel het geval is. Daarbij boort Pleunis ook andere markten aan door zich te focussen op de markt van supplementen. Daardoor brengt hij nog meer toegevoegde waarde aan het product. Dat soort voordelen moet ook inspirerend werken voor andere ondernemers op het terrein”, aldus Agropolis-manager Kristof Das. 

S-DSC02786

Risicospreiding in medicinale toepassingen

Das doelt hierbij op het toenemende belang van de pruikzwam op het paddenstoelenbedrijf. “Aan deze zwam worden veel nuttige eigenschappen toegekend waardoor ze in verpoederde vorm ook veel gebruikt wordt in bepaalde geneesmiddelen”, vertelt Pleunis die de komende tijd dus meer op deze paddenstoel wil focussen. Om deze strategie kracht bij te zetten, investeerde hij een half jaar geleden ook in een installatie waar de pruikzwammen gedroogd kunnen worden. Anders dan de andere soorten wordt deze variëteit ook gedroogd verhandeld. “Voor ons is dat ook een soort van risicospreiding, voor als de versmarkt minder goed draait”, legt de Koert uit. 

Momenteel loopt deze versmarkt nog naar behoren, vertelt de Nederlandse Limburger, hoewel hij wel een lichte achteruitgang ziet ten opzichte van vorig jaar. De dalende koopkracht zou daar een rol in kunnen spelen. “Je ziet in ieder geval dat afnemers, vaak tussenhandelaren, voorzichtiger zijn met bestellingen om zo geen bakjes over te houden.”

Het gros van de productie belandt bij retailers in België en ook in het buitenland, terwijl een minderheid naar de horeca gaat. Vrij recent heeft hij zich ook aan gesloten bij de REO veiling in Roeselare. Gezien de reistijd naar de andere kant van het land, lijkt dit geen logische keuze. “Maar West-Vlaanderen is de bakermat van de Vlaamse paddenstoelenteelt”, verklaart de teler.

Miserie van de champignonteelt ontlopen

Pleunis zegt dan wel redelijke zaken te doen, Boerenbond gaf medio november aan dat champignontelers zware tijden doormaken omdat zij hun kostenstijgingen niet aan retailers kunnen doorrekenen. Daar tegenover hebben zij te maken met sterk gestegen productiekosten. Vooral de energiekosten, maar ook de kosten voor substraat zijn het voorbije jaar sterk gestegen. 

Dat wordt beaamd door de Pleunis. “De energieprijzen zijn verveelvoudigd, terwijl ook substraat met zo’n 20 procent in prijs steeg.” In vergelijking de champignontelers, waar massaproductie de rentabiliteit bepaalt, heeft de teler van de nichepaddenstoelen meer marge waardoor hij nog enige bewegingsruimte heeft. “Daarbij zijn onze teelten iets minder energie-intensief dan de champignonteelt.”

Het energieverbruik van de paddenstoelenteelt zit hem in het koelen en verwarmen. In eerste instantie moet het substraat in cellen tot 22 graden verwarmd worden zodat het mycelium kans krijgt door te groeien. Na enkele weken bootst de teler de herfst na en gaat de temperatuur omlaag. “Onze paddenstoelen worden bij 14 graden geteeld, de champignons bij 18. Dat betekent dat deze telers meer energie nodig hebben”, aldus Pleunis die zijn elektriciteitsrekening kan drukken door de zonnepanelen die hij vorig jaar liet plaatsen. “Wij hebben een optimaal rendement, omdat wij de meeste energie verbruiken als de zonnepanelen het meest energie opwekken: als het warm is moeten wij afkoelen.”

De voorbije jaren is de champignonteelt sterk gekrompen in België, terwijl de teelt van speciale soorten in de lift zit. Pleunis geeft aan dat de Belgische champignonteler moeilijk kan concurreren met collega's in Polen waar de arbeidskosten lager liggen. Dit is ook de reden dat de teelt de voorbije decennia zo gekrompen is in Vlaanderen. “Het is dan ook belangrijk dat de retail mee gaat bewegen en zijn prijzen gaat aanpassen, zodat de telers beter beloond worden voor hun product, anders liggen er binnen afzienbare tijd geen Belgische paddenstoelen meer in de schappen”, waarschuwt Pleunis.

“Voor de speciale soorten geldt dat minder. Dat gaat om kleinere hoeveelheden, waardoor er ook minder arbeid vereist is”, aldus teler die 150 ton paddenstoelen per jaar teelt, 2 ton per week in de zomer en 3,5 ton per week in het najaar en de winter. “Paddenstoelen blijven een winterproduct alhoewel we de voorbije jaren zien dat ook de vraag in de zomer in de lift zit”, besluit de teler.

Hoe verloopt de teelt?

De paddenstoelenteler krijgt kant-en-klare substraat aangeleverd waar myselium in verwerkt is. Onder hoge temperaturen komt het mycelium tot ontwikkeling. “Variërend van soort tot soort moet het mycelium 2 tot 16 weken doorgroeien”, legt Pleunis uit.

Daarna bootst de teler met het verlagen van de temperatuur het invallen van de herfst na. “Het myselium raakt dan in paniek en wil zich voorplanten. Dan begint het paddenstoelen aan te maken. Deze paddenstoelen bevatten sporen, het uitgangsmateriaal voor een nieuwe teelt”, vervolgt de teler. De teelt in koelcellen duurt gemiddeld drie weken, maar kan ook weer sterk verschillen van soort tot soort.

Agropolis als voorbeeld in Vlaamse Voedselstrategie 
Uitgelicht
Het agrofood bedrijventerrein van landbouwincubator Agropolis in Kinrooi is één van de zes voorbeeldbedrijven die zijn deuren opent tijdens de Voedseltop van dinsdag, waar de...
28 november 2022 Lees meer

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek