Biomassahubs kunnen valorisatie reststromen uit landbouw optimaliseren

duiding

Het verder uitbouwen of opzetten van nieuwe biomassahubs zou een bijdrage kunnen leveren aan de valorisatie van reststromen uit de landbouw. Deze conclusie trekt de B2BE Facilitator op basis van brainstormsessies met enkele grote spelers uit verschillende sectoren en wetgevende instanties. “De huidige versnipperde beschikbaarheid zorgt ervoor dat de biomassa vandaag nog te weinig of te laagwaardig gevaloriseerd wordt. Het opzetten van nieuwe of het verder uitbouwen van bestaande biomassahubs zou hier soelaas kunnen bieden”, klinkt het.

12 juni 2024 VILT-redactie
Lees meer over:
biomassahub1

Bent u op zoek naar nieuwe afzetkanalen voor uw reststromen of andere biomassa? Zoekt u lokale grondstoffen of technologische oplossingen voor bio-gebaseerde producten met minimale klimaatimpact? Landbouwers met deze vragen kunnen zich wenden tot de B2BE Facilitator, een door Vlaanderen gefinancierd platform dat onder andere de land- en tuinbouw koppelt aan industriële partners om de bio-economie op te krikken.

Hanna Van Renterghem van de B2BE Facilitator constateert een grote interesse van de chemische sector om aan de slag te gaan met biomassastromen uit de landbouw voor de productie van biobased producten. Concreet gaat het bijvoorbeeld over houtige stromen (stro, vlaslemen, hennepscheven, hout van houtkanten etc.). “Uit deze stromen kan lignine gewonnen worden, dat als alternatief geldt voor fossiele oliegebaseerde aromaten.” Ook groenloofstromen (zoals tomatenloof, bietenloof, spruitstokken) zijn interessant. “Groenloofstromen bevatten ook veel interessante componenten die de chemische en farma industrie kan gebruiken.”

Hobbels op de weg

Ondanks de interesse komt de ontwikkeling van biobased producten maar met mondjesmaat op gang. Uit een brainstormsessie met enkele grote spelers uit verschillende sectoren en wetgevende instanties zijn een aantal sectoroverkoepelende problemen naar voren gekomen, constateert de B2BE Facilitator. Zo werkt de wetgeving soms belemmerend, is het vinden van een afzetmarkt niet evident en spelen er logistieke uitdagingen. Zo zijn de beschikbare stromen vaak versnipperd en in kleine volumes aanwezig.

Voor dat laatste probleem zouden biomassahubs een oplossingen kunnen bieden. Een biomassahub is een locatie waar geografisch verspreide biomassastromen verzameld worden en later weer vertrekken, na het - al dan niet - uitvoeren van enkele eerste bewerkings- of stabilisatiestappen. Bij biomassahubs moet gedacht worden aan biovergisters, afvalintercommunales, composteersites, enz. Maar er zijn ook minder gekende of zichtbare voorbeelden van biomassahubs. Zoals diervoederproducenten Trotec en Duynie Feed die verschillende, vooral plantaardige biomassastromen, verzamelen en verwerken tot diervoeder. Ook groente- en fruitveiling BelOrta is volgens de definitie van B2BE Facilitator een voorbeeld van een biomassahub. “Op de veilingen zijn er altijd niet-verkochte producten die verder gevaloriseerd kunnen worden.”

biomassahub2

Door enerzijds bedrijven en boeren te sensibiliseren over bestaande biomassahubs en hun mogelijkheden en anderzijds de uitbouw van nieuwe biomassahubs zou de ontwikkeling van de bio-economie volgens de B2BE Facilitator in een stroomversnelling kunnen geraken. “Het zelf opslaan, stabiliseren en verwerken van reststromen kost vaak te veel tijd, energie en is te duur. Zeker als het over kleine en niet constante volumes gaat. Nauwere samenwerkingen tussen natuurbeheerders en landbouwers die vaak over gelijkaardige stromen beschikken, zouden in de toekomst meer afzetmogelijkheden kunnen creëren”, aldus Van Renterghem die een coöperatie tussen landbouwers voor de uitbating van deze biohubs oppert.

Raffinage van gras

Een hypothetisch businessmodel voor een landbouwcoöperatie is de raffinage van gras naar het voorbeeld van het Nederlandse Grassa. Deze Nederlands-Limburgse start-up raffineert (een proces van persen, verhitten en filteren) gras om eiwitten, suikers, mineralen en eiwitten te winnen. Het uitgeperste gras kan weer als ruwvoer gebruikt worden. Doordat het volgens Grassa makkelijker verteerbaar is dan ingekuild gras, bevat de rundermest minder ammoniak en fosfaat en stoot de koe minder CO2 uit. Met de gewonnen eiwitten wil Grassa een alternatief bieden voor importsoja.

Van Renterghem noemt ook nog het voorbeeld van Grasco dat grassap van de vezel splitst. “De grasvezel gaat dan naar Gramitherm en wordt daar verwerkt tot isolatiemateriaal. Grasco gebruikt hiervoor bermmaaisel.”

In workshops later dit jaar wil de B2BE Facilitator een breed publiek beter vertrouwd maken met het concept ‘biomassahub’ en het doen nadenken over de verschillende mogelijkheden over de sectoren heen. Een workshop gaat bijvoorbeeld over het ontwikkelen van veenvrije potgrond met gebruik van lokale biomassa. Hier kan mogelijk het Duitse SteenFOS inspiratie bieden. De Duitse potgrondpionier toonde eerder dit jaar zijn nieuwe techniek op het ManuResource congres in Antwerpen. Door mest uit landbouw te combineren met bladafval van bijvoorbeeld gemeentes en daar een bewerking op los te laten, claimt het bedrijf een alternatief voor turf als potgrondcomponent te hebben.

“Na officiële Europese goedkeuring kan renure snel geïmplementeerd worden”
Uitgelicht
Vorige week liet de Europese Commissie weten aan de slag te gaan met de toekenning van renure, kunstmestvervangers die uit gewone mest gewonnen worden. Het nieuws werd met ent...
28 maart 2024 Lees meer

Beeld: B2BE Facilitator

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek